26-10-2021

Muziekschool in mineur? It takes a village to raise a musician!

De Zembla-aflevering ‘Muziekschool in mineur’ van 21 oktober heeft veel losgemaakt in de culturele sector. Ook ikzelf keek met grote belangstelling. Als voormalig pianodocent, directeur van kunstencentra en vanuit mijn huidige functie als directeur-bestuurder van CultuurSchakel in Den Haag, herken ik veel in het programma. Ook ík ben een oud-leerling van een muziekschool.

Een paar dagen na de uitzending blijft er iets bij mij knagen. ‘Richt de muziekscholen weer op, dan komt alles goed’, is de boodschap die blijft hangen. Dat klinkt te mooi om waar te zijn. Het beeld dat de teloorgang van de traditionele muziekschool de enige aanwijsbare oorzaak is voor het tanende aantal muzikanten in Nederland, klopt volgens mij niet. Ook is het de vraag of de dalende toelatingspercentages van Nederlandse musici tot conservatoria hieraan direct kunnen worden toegeschreven. Volgens mij is er in onze samenleving meer aan de hand.

Allereerst: we weten niet eens óf het aantal kinderen dat een instrument bespeelt afneemt: dat wordt bij mijn weten nergens goed gemeten, of geregistreerd. Natuurlijk hebben reorganisaties en bezuinigingen negatieve effecten gehad, maar er is nog altijd een gevarieerd aanbod voor muziekonderwijs in de vrijetijd. Het totaal aantal beoefenaars van muziek in de vrijetijd is stabiel. Toch stagneert de aanwas van nieuw instrumentaal talent. Waarom?

1) It takes a village to raise a musician

Als ik terugkijk naar mijn eigen geschiedenis, realiseer ik me dat er veel meer nodig was dan alleen een muziekschool om mij op te leiden tot muzikant. Ik begon met blokfluit spelen toen ik vijf jaar oud was. Toen een jaar later een vriendje te groot was geworden voor zijn kwartviooltje, vroegen zijn ouders of ik het wilde overnemen. En zo belandde ik, niets wetend van vioolspelen, op mijn eerste les, per abuis met de stok in mijn linker- en de viool in mijn rechterhand. Uiteindelijk ging ik ook pianospelen, en studeerde ik af op het conservatorium. Dat kon ik niet alleen.

Ja, ik had jarenlang zelf thuis geoefend, maar ook talloze mensen om mij heen stimuleerden me om door te gaan. Zij gaven mij kansen die ik niet alleen vanuit de muziekschool kreeg: een moeder van een vriendje die op zaterdag met mij samenspeelde, een tante die mij een lening gaf voor een mooi instrument, een vriend bij wie ik in huis mocht oefenen op zijn vleugel en die mij meenam naar concerten, een neef die mij in zijn restaurant liet spelen met kerst, en tantes en ooms die naar mijn optredens kwamen luisteren.

Ik had geluk wat dat betreft. Het doel van cultuureducatie en -participatie zou moeten zijn dat hoe ver je komt, niet afhangt van je nest of van geluk. We moeten proberen iederéén die kansen aan te reiken en gezamenlijk iedereen in de stad of dorp te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun talenten; muzikaal of anderszins.

2) Het moet wel leuk blijven

Of je erin slaagt om goed een instrument te leren bespelen, hangt niet alleen af van waar je les hebt, of van je omgeving. Het lastige van het verhaal is, dat een instrument leren bespelen helemaal niet altijd leuk is. Het is ook frustrerend, het gaat langzaam vooruit, je moet heel precies zijn en iedere dag eraan werken. Dat is niet voor iedereen weggelegd, en het lijkt voor kinderen, én ouders, steeds moeilijker die ‘opoffering‘ te doen. Het is simpelweg hard werken.

Gisteren nog trokken de sportbonden aan de bel. De hoeveelheid uren die kinderen achter een beeldscherm doorbrengen is enorm gestegen. En kinderen hebben het al heel erg druk. Er is steeds minder rust in de thuissituatie, tegenover veel meer verschillende sociale situaties: school, naschoolse opvang, oppas. Het is niet gek dat de iets meer toegankelijke vormen van muziek maken daardoor in populariteit winnen ten opzichte van structurele instrumentale lessen. TikTok is makkelijker dan jarenlang ploeteren. Kinderen zijn tegenwoordig eerder bezig met thuis liedjes leren spelen via YouTube, of ze maken elektronische muziek via vernieuwende muziekprogramma’s op de PC.

Muziek leren maken moet ‘wel leuk blijven’, zowel financieel als qua toegankelijkheid. Hierbij speelt ook de sociale component een belangrijke rol. Het is tenslotte leuk om te spelen als je je muzikale talenten kunt delen en ontwikkelen in een omgeving waar je je kunt meten aan anderen. Daarom is het zo belangrijk dat muziekstudie niet alleen individueel is, maar dat er mogelijkheid zijn om op te treden in een band of orkest, lid te worden van een vereniging of jezelf te laten zien in een talentenjacht. Die ambitie brengt motivatie en discipline. Je werkt toe naar een optreden en verlegt zo je grenzen. Je wordt gedragen door het publiek en presteert beter dan je dacht dat je kon. Daar doe je het voor! Daarom is het belangrijk dat we in Nederland een sociale structuur creëren waarin muziekonderwijs kan bloeien.

3) Globalisering verandert het niveau

Tenslotte hebben we ook te maken met een cultureel probleem dat niet te ontkennen valt: als in andere landen het muziekonderwijs nog meer gestimuleerd wordt of er nog meer ‘discipline’ in de cultuur zit, verliezen Nederlandse potentiële muziekstudenten het al snel van die uit het buitenland als ze auditie doen voor het conservatorium. Er zijn meer mensen uit meer landen die hun best doen om op onze conservatoria of orkesten te komen. Misschien stagneert het niveau in Nederland niet zozeer, maar stijgt het op het wereldtoneel harder dan wij nu bij kunnen houden. De vraag is met welke investeringen ook wij weer dat hoge niveau kunnen bereiken. Dat zit hem niet alleen in schoolgebouwen, maar in de hele structuur van het cultuuronderwijs.

Wat moet er gebeuren?

Wat er volgens mij moet gebeuren om méér kinderen een instrument te laten spelen? Uiteindelijk komt het neer op sociale structuren waarin mensen bezig zijn met hun passie voor muziek. Voor sommigen was dat vroeger de muziekschool. Tijden veranderen. Nu zijn het misschien andere plekken waar men met muziek in aanraking komt. Naast individuele vakdocenten kunnen dat scholen zijn, muziekcollectieven, centra voor de kunsten of buurthuizen. De magie van het samen spelen ontstaat net zo goed in rockbands, orkesten en muziekverenigingen. Iedereen heeft idealiter een ‘dorp’ aan steun en inspiratie tot zijn beschikking. Dat past niet allemaal in één gebouw. Dat is overal.

Ik vind dat er een landelijk onderzoek moet komen om de problemen te inventariseren. Er is te weinig bekend over de precieze deelname aan instrumentaal muziekonderwijs en de drempels die er beleefd worden, om grote conclusies te trekken welk probleem we nu exact hebben. Wat zijn bijvoorbeeld de redenen voor muziekstudenten om af te haken of juist extra hard door te gaan? En wat we in ieder geval nodig hebben, zijn landelijke ambitieuze doelstellingen met een fijnmazige regionale en gemeentelijke uitwerking. De volgende actiepunten hieronder zou ik hier zeker in terug willen zien:

  • De waardering en ambitie voor instrumentaal onderwijs moet omhoog. Een instrument bespelen moet even vanzelfsprekend zijn als sporten;
  • Musici en docenten moeten eerlijk worden betaald voor hun werkzaamheden;
  • Er komt meer aandacht voor muziek en zang in de klas, maar ook in de verlengde schooldag en op de kinderopvang. Dat begint met beter muziekonderwijs op de pabo’s;
  • Muziekdocenten verdienen ondersteuning op het gebied van hun ondernemerschap, lesruimtes en faciliteiten;
  • Naast lage inkomens moet ook middeninkomens ondersteund worden in de leskosten en in de aanschaf-/huurkosten voor instrumenten, zowel kinderen als volwassenen;
  • Ondersteuning van vrijetijdskunstverenigingen en jeugdorkesten is essentieel voor de sociale basis van muzikanten;
  • Zichtbaarheid van vrijetijdskunsten in de gemeenten, in gebouwen en in de openbare ruimte;
  • Actieve scouting van instrumentale talenten, niet alleen in de randstad, maar in het hele land.
  • Talenten moeten vervolgens kunnen rekenen op financiële ondersteuning en een gedegen coaching programma, zoals dit bij topsporters de normaalste zaak van de wereld is.

Ieder kind dat een instrument leert bespelen, verdient onze maximale steun en aanmoediging. Pas dán creëren we samen een brede sociale omgeving die talent ondersteunt en verder brengt. Laten we zorgen dat gepassioneerde musici geholpen worden en op stimulerende manieren in aanraking komen met de personen en plekken die hen verder brengen met hun talent. Zo zijn we als samenleving dat ‘dorp’ dat creativiteit aanwakkert en ondersteunt.

Tip: Op onze website vind je meer dan 260 aanbieders van muziek in Den Haag, variërend van zzp'ers tot verenigingen, voor workshops, lessen en talloze andere muzikale activiteiten! Bekijk hier het overzicht.