Iets doen zonder dat een ander dat weet. Dat is stiekem. In dit project onderzoeken de leerlingen alles, maar dan ook álles wat met stiekem te maken heeft. Stiekem kan iets zijn wat niet mag, zoals zonder te vragen een koekje pakken. Maar het kan ook iets goeds zijn, zoals een verrassing voor iemand in diens jaszak of lunchtrommel stoppen. Stiekem is ook de basis van oude spelletjes zoals zakdoekje leggen. En je kunt muziek maken die heel stiekem klinkt, zoals het thema van de Pink Panther. Ook bestaat er stiekeme kunst, zoals breiwerkjes waarmee de straat wordt versierd, of het aanleggen van een minituintje door een tegel uit de straat te halen. En dat is nog niet het einde van al het stiekeme gedoe. De leerlingen sluiten het project af met een geheime route, een stiekeme presentatie of een groot stiekem kunstwerk.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags (COH). Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf en hun omgeving, en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de ICC’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het digibord voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal naar eigen wens aan te passen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over zijn/haar/diens vak vertellen, aansluitend bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders of verzorgers kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Projectspecifieke informatie
Over dit project In dit project staat het woord ‘stiekem’ centraal. Op verschillende manieren ontdekken de leerlingen op welke manieren je leuke, stiekeme dingen kunt doen. Ze luisteren naar stiekeme verhalen, bekijken voorbeelden van stiekeme kunst en spelen stiekeme spelletjes. Ze werken aan onzichtbare tekeningen en mantels, luisteren en maken stiekeme muziek met stiekeme bewegingen en creëren tableaux vivants waarin dingen lijken te verdwijnen. Vanuit alle kunstdisciplines maken de leerlingen kennis met verschillende manieren waarop iets 'stiekem' gemaakt kan worden.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. Dit zijn doelen op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen geëvalueerd met behulp van de succescriteria op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Taalonderwijs Wil je woorden uit dit project koppelen aan taalonderwijs? Raadpleeg dan de begrippenlijst.
Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
klaslokaal of speellokaal
muziekinstallatie en/of digibord
digitaal foto- en filmtoestel of smartphone
(kleuren)printer
postervellen en stiften voor de leerkracht om aantekeningen op te maken tijdens gesprekken in de klas
2. Introductie
Hoofddoel kennis
De leerling benoemt vanuit alle kunstdisciplines manieren waarop iets 'stiekem' gemaakt kan worden.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling geeft vorm aan 'iets stiekem doen' door gebruik te maken van spel en fantasie.
Benodigdheden
kleine verrassingen (bijvoorbeeld briefjes met een gedichtje, spreuk of compliment)
Aan de slag in de klas
Interdisciplinair werken
De interdisciplinaire projecten zijn opgebouwd vanuit de fases van het creatieve proces. Er zijn meerdere onderzoeksopdrachten waaruit je met de leerlingen kunt kiezen, die vervolgens leiden naar passende uitvoeropdrachten. De opdrachten richten zich op beeld, beweging en/of geluid, of een combinatie daarvan. In deze projecten wordt gewerkt vanuit verschillende kunstdisciplines. Er wordt een beroep gedaan op het vermogen om buiten de kaders te denken en nieuwe verbindingen te leggen.
Verras de leerlingen met een kleinigheid, zoals een briefje met een gedichtje, spreuk of compliment. Houd rekening met onderstaande punten:
Zorg voor verschillende verrassingen.
Stop de verrassing stiekem in het laatje van de leerlingen en wacht af.
Als een aantal leerlingen iets gevonden heeft, gaan ze het erover hebben. Bespreek het en laat de leerlingen bedenken hoe het in hun laatje terecht is gekomen. Wie heeft dit stiekem gedaan?
Vertel het verhaal over de Wichtelmannetjes. In Scandinavische landen komt er tijdens de adventsperiode een Wichtelmannetje op bezoek: een huiskaboutertje dat in de koude, donkere dagen lichtpuntjes brengt. Het gaat om kleine attenties waarmee je iemand echt blij maakt, zoals een lief briefje dat je stiekem in een jaszak stopt, of een boterham in de lunchtrommel die je in de vorm van een hartje snijdt.
3. Oriëntatie
Benodigdheden
lege kaartjes
potloden, stiften
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de opdrachten.
Het filosofisch gesprek In de oriëntatiefase van de les voer je naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Dit is belangrijk voor het creatieve proces. Je kunt het filosofisch gesprek natuurlijk ook tijdens de andere lesonderdelen inzetten. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Wanneer is iets stiekem?
Heb jij wel eens iets stiekem gedaan? Hoe was dat? Hoe voelde jij je dan?
Kun je iets stiekem doen en iemand blij maken?
Hoort stiekem bij aardig, of bij onaardig?
Kun je samen iets stiekem doen?
Is stiekem en geheim hetzelfde, of is er verschil?
Andere invalshoek: geheimen
Wanneer is iets geheim? Is een geheim nog een geheim als je het aan iemand anders vertelt?
Kun je zien of iemand een geheim heeft? Kan iemand aan jou zien of je een geheim hebt?
Kun je samen een geheim hebben?
Kan een dier geheimen hebben? En een boom, de zon, de lucht, een baby? Hoe weet je of het wel of niet zo kan zijn?
Ondersteunende vragen:
Kun je dat uitleggen?
Wat bedoel je met…?
Kun je een voorbeeld geven?
Betekent wat je zegt…?
Wat is het verschil tussen …?
Denkt iemand daar anders over?
Waar is iedereen gebleven? Spreek met een collega-leraar af dat die de klas in komt met de mededeling dat jij naar de directeur moet gaan voor een overleg. Wanneer je vertrokken bent, zegt de collega dat hij/zij/hen voor de grap iets stiekems wil gaan doen. Alle of enkele leerlingen gaan zich verstoppen. Als jij terugkomt, speel je het spel mee. Bespreek het na met de leerlingen. Hoe is het om iets stiekem te doen?
Stiekeme acties Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Inventariseer met de leerlingen stiekeme acties, zoals fluisteren, iemand laten schrikken, een koekje stelen, een surprise maken, geheime briefjes schrijven, lezen in bed, je verstoppen, iemand verrassen en besluipen.
Schrijf de bedachte acties op kaartjes. Laat de leerlingen op de andere kant van het kaartje de actie uittekenen.
Maak een halve kring. Een leerling krijgt een willekeurig kaartje en beeldt de actie uit. De anderen mogen vertellen wat ze gezien hebben.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project:
De leerling ontwerpt dingen waarmee je iets stiekem kunt doen en verbeeldt dingen die stiekem zijn vanuit diverse kunstdisciplines.
4. Opdracht: Onderzoeken
In deze reeks aan opdrachten gaan de leerlingen op verschillende manieren aan het werk naar aanleiding van het woord 'stiekem'. Ze ontwerpen en maken onzichtbaarheidsmantels, creëren een fluisterconcert, maken tableaux vivants op verschillende manieren, spelen stiekeme spelletjes, bedenken en maken stiekeme geluiden en bewegingen, bedenken stiekeme acties, maken onzichtbare tekeningen en maken kennis met ‘stiekeme straatkunst’ waarbij ze kleine ingrepen doen in de openbare ruimte. Tijdens de presentatiefase kan met de leerlingen gekozen worden voor verschillende presentatievormen waarbij ze hun eigen werk presenteren aan publiek.
Subdoel kennis
De leerlingen vertellen over hun onderzoek naar wat stiekem is.
Subdoel vaardigheid
De leerlingen onderzoeken het begrip stiekem en zetten dit om in beeldend werk, geluid en beweging.
Benodigdheden
zakdoek/blinddoek
tekenmaterialen
tijdschriften
stukjes stof
lijm
Aan de slag in de klas
Kies samen met de leerlingen welke van de onderstaande onderzoeksopdrachten jullie willen doen. Dit mogen ook meerdere opdrachten zijn. Gebruik hiervoor onderstaand overzicht met korte omschrijvingen. De keuze voor de uitvoeropdracht(en) komt als vanzelf voort uit het onderzoek dat je met de leerlingen gedaan hebt.
Fluisterkruid
Niemand zeggen
Sluip en kruip
De onzichtbaarheidsmantel
De leerlingen maken een fluisterconcert.
De leerlingen spelen stiekeme spelletjes.
De leerlingen maken de beste stiekeme beweging bij het beste stiekeme geluid.
De leerlingen ontwerpen een mantel waarmee je onzichtbaar wordt.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Bekijk de aflevering Fluisterkruid uit de VPRO-serie Verhalen van de boze heks*.
Bespreek het filmpje aan de hand van de volgende vragen:
Wat is fluisteren?
Waarom zou je fluisteren?
Is fluisteren beleefd? Wanneer wel en wanneer niet?
Kun je ook lieve dingen fluisteren?
Besteed aandacht aan het gegeven dat stiekem zowel leuk als niet leuk kan zijn.
Verzin met de leerlingen leuke complimenten en maak daar een fluisterconcert mee. Denk aan zinnetjes zoals: Ik vind je lief, je hebt een mooie jurk, je bent sterk, je bent dapper. Laat de leerlingen de zinnetjes fluisterend zeggen op verschillende toonhoogten en ritmes.
Neem het fluisterconcert op met je telefoon. Verras een collega of een leerling met de geluidsopname.
* Verdieping: Bespreek met de leerlingen het stereotiepe van de vrouw als boze heks. Wat is een heks? Is elke heks een vrouw? En zijn heksen altijd boos?
Begin de dag met een spelletje. Maak een keuze uit onderstaande mogelijkheden:
Wie staat er achter me? Een speler staat met de rug naar de groep. Wijs een aantal leerlingen aan die stiekem achter de speler gaan staan. Heeft de speler gehoord hoeveel kinderen achter haar/hem/hen zijn gaan staan?
Annemaria Koekkoek Jij of een leerling staat aan de ene kant van het speellokaal met het gezicht naar de muur. De anderen staan aan de andere kant van het lokaal. Ze moeten proberen de overkant bereiken en jou aantikken. Als je 'Annemaria Koekoek' zegt en je je omdraait, moeten de leerlingen ‘bevriezen’. Betrapt je hen op het maken van een beweging, dan zijn ze af en moeten ze terug naar de beginpositie. Je kunt leerlingen ook op een specifieke manier laten overlopen, bijvoorbeeld sluipend, op handen en voeten, iemand anders vasthoudend.
Geblinddoekt Een leerling leidt een andere, geblinddoekte leerling van A naar B. Zorg voor obstakels op de route. De begeleider mag niet meelopen, en mag alleen aanwijzingen roepen.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Beluister de Pink Panther Theme Song. Welke ‘stiekeme associaties’ hebben de leerlingen bij deze muziek? Laat ze op een stiekeme manier door het lokaal lopen.
Nodig de leerlingen uit om allerlei geluiden met hun stem te maken. Bijvoorbeeld: sissen, klakken, ploppen, neuriën, zachtjes een liedje zingen, zingen op een bepaalde lettergreep.
Laat de leerlingen in groepjes oefenen welke bewegingen het beste passen bij een bepaald geluid. Ze kiezen het beste stiekeme geluid met de beste stiekeme beweging.
De groepjes laten hun geluid en bijbehorende beweging horen en zien.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Bespreek met de leerlingen dat het heel handig is als je onzichtbaar bent wanneer je iets stiekem wilt doen.
Bekijk en bespreek onderstaande YouTube-fragmenten over de onzichtbaarheidsmantel van Harry Potter:
De leerlingen gaan een eigen onzichtbaarheidmantel ontwerpen. Bekijk en bespreek ter inspiratie een aantal afstudeerfilmpjes van studenten Textiel & Mode van de Haagse kunstacademie KABK:
Laat de leerlingen een ontwerptekening van de mantel maken. Let op vorm, kleuren, decoratie en materiaal. Plak er eventueel textielproefjes bij.
Bespreek de ontwerpen en de uitvoerbaarheid ervan.
Reflectie subdoelen
Welke stiekeme beweging ga je in het echt gebruiken?
Reflectie proces
Wat vond jij het meest stiekem tijdens deze opdrachten?
5. Opdracht: Uitvoeren
Kies samen met de leerlingen welke van de onderstaande uitvoeropdrachten jullie willen doen. Dit mogen ook meerdere opdrachten zijn. Gebruik hiervoor onderstaand overzicht met korte omschrijvingen.
Ik ben onzichtbaar
De verdwijntruc
Onzichtbare verrassing
Versier me
Onttegel
De leerlingen maken een mantel of cape waarmee ze onzichtbaar kunnen worden.
De leerlingen stellen een tableau vivant samen dat wegvalt tegen de achtergrond.
De leerlingen maken een cadeautje in de vorm van een onzichtbare tekening
De leerlingen plaatsen weefsels en breisels in de buitenruimte.
De leerlingen plaatsen stiekem groen in de openbare ruimte.
Subdoel kennis
De leerling benoemt verschillende kunstvormen, waaronder tableau vivant en straatkunst.
Subdoel vaardigheid
De leerling geeft vorm aan stiekem dingen doen in beeldend werk, tableaux vivants en straatkunst.
Benodigdheden
tekenmaterialen
toverblok
materialen voor de onzichtbaarheidsmantels
citroensap/wit wascokrijt
kleine seizoenplantjes voor buiten
kaart van de buurt
In deze opdracht maken de leerlingen een onzichtbaarheidsmantel of -cape aan de hand van hun ontwerpen uit onderzoek 4. Houd rekening met onderstaande aandachtspunten:
Vorm groepjes en schakel de hulp van ouders/verzorgers in.
Je kunt er ook voor kiezen om één cape te maken voor de hele klas, of de opdracht mee te geven als ‘huiswerkopdracht’.
Met de cape kan een leerling zich enige tijd onzichtbaar maken: zich terugtrekken en van de groep afsluiten.
Je kunt de leerlingen vertellen dat wie wil de cape vijf minuten mag dragen. Die vijf minuten zijn ze onzichtbaar en kunnen ze stiekeme dingen doen, zoals dansen door de klas. De andere leerlingen negeren de actie, zij zien zogenaamd niets en concentreren zich op hun werk.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Spreek met de leerlingen af dat iedereen op een bepaalde dag alleen witte kleding draagt. Laat leerlingen extra witte kleding meenemen voor klasgenootjes die het niet hebben, en/of zorg zelf voor reservekleding.
Jullie gaan een tableau vivant (levend schilderij) maken. Start met een bevriesspel als warming-up. Kies de beste ‘stiekeme houdingen’ uit en maak daarmee een groepstableau. Vorm vervolgens groepjes en laat de leerlingen een eigen tableau vivant over een stiekeme situatie maken. Maak hier foto’s van.
Laat de leerlingen bedenken hoe ze het tableau vivant kunnen laten verdwijnen door het weg te camoufleren. Als de leerlingen in het wit gekleed zijn, neem dan een witte muur. Maak het tableau op de gekozen plek en zorg ervoor dat de gezichten, handen of blote armen verdwijnen door overlapping (dus bijvoorbeeld de handen laten verdwijnen achter de rug van een medeleerling). Maak een foto. Doe ook het tegenovergestelde: het witte tableau tegen een kleurrijke achtergrond. Of bedenk andere mogelijkheden met de leerlingen, zoals bruine en groene kleding in het bos of park.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Demonstreer de werking van een toverblok. Bespreek met de leerlingen wat er gebeurt. Welk gevoel roept het tevoorschijn toveren van de tekening op? Is dit stiekem, spannend of iets anders?
Vorm tweetallen. Laat de leerlingen voor elkaar een onzichtbare verrassingstekening maken met citroensap. Een tekening als cadeautje, bijvoorbeeld een mooie bloem, een hartje, een compliment. De verrassing kan zichtbaar worden gemaakt door met een strijkbout over de tekening te gaan. De ontvangers doen dit op een zelfgekozen moment en met hulp van hun ouders/verzorgers. Lees eventueel deze instructie.
Een andere mogelijkheid is het tekenen met witte wasco op wit papier. Deze tekening wordt zichtbaar door er met waterverf of ecoline overheen te schilderen.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Bekijk en bespreek met de leerlingen afbeeldingen van versierde hekwerken. Gebruik op Google Afbeeldingen de zoektermen ‘artistic wire fence’.
Bedenk met de leerlingen welke plek je stiekem mooier wilt maken door de plek te versieren. Dat kan bijvoorbeeld met:
Laat de leerlingen werkjes maken met de gekozen techniek. Bedenk met elkaar waar in de wijk de werkjes opgehangen kunnen worden. Denk aan bomen, hekken, elektriciteitshuisjes. Noteer de plek op een kaart. Of werk ter plaatse: zoek een hekwerk en versier en weef met gekozen materialen in het hekwerk.
Koop met de leerlingen een paar plantjes van het seizoen of haal wat klimop en mos uit het park of bos.
Zoek een saai hoekje op het schoolplein. Haal daar stiekem een stoeptegel uit en beplant het vrijgekomen stukje. Geef de stiekeme plek een naam. Of zoek een plekje in de buurt dat groen kan gebruiken. Laat de leerlingen daar de plantjes planten. Maak foto’s en markeer de plekken op een kaart.
Reflectie subdoelen
Wat was voor jou het meest stiekem dat je hebt laten zien?
Reflectie proces
Welke vorm vond je het meest spannend om uit te voeren?
6. Opdracht: Presenteren
In dit project staat het ontwikkelproces centraal en komt het eindproduct op de tweede plaats. De manier van presenteren staat niet vast, hieronder volgen een aantal suggesties. Het is zelfs heel goed mogelijk dat er een presentatievorm ontstaat die niet is omschreven. Luister en kijk naar de kwaliteiten en voorkeuren van de leerlingen en vergeet niet om jouw eigen kwaliteiten in te zetten in het proces.
Subdoel kennis
De leerling benoemt verschillende manieren van presenteren, waaronder een speurtocht, voorstelling en collage.
Subdoel vaardigheid
De leerling presenteert diens eigen werk aan publiek in een zelfgekozen presentatievorm.
Zet samen met de leerlingen een speurtocht uit voor een andere klas of voor de ouders/verzorgers. Gebruik de gegevens van de plattegrond met de stiekeme resultaten van de onderzoekende en uitvoerende opdrachten. De leerlingen worden verspreid over de route. Ze fluisteren stiekeme boodschappen waarmee de deelnemers de route kunnen vinden. Gebruik eventueel de onzichtbaarheidsmantel. De sfeer moet geheimzinnig en stiekem zijn.
Bedenk met de klas een geheimzinnige voorstelling met theatrale en dansante elementen, waarin onzichtbare kinderen fluisteren en sluipen. Gebruik verhalen over de onzichtbaarheidmantel, het fluisterkruid en de onzichtbare tableaus. Nodig stiekem een andere klas uit of laat de ouders/verzorgers stiekem meekijken. Betrek de ouders/verzorgers in het complot. Nodig de ouders/verzorgers uit en geef hun de opdracht om stiekem binnen te komen. Ze gluren bijvoorbeeld door de ramen.
Maak een collage van de foto’s van de stiekeme veranderingen uit de deelopdrachten en hang deze stiekem ergens op. Kies een van de gemaakte werken en aangebrachte veranderingen in de openbare ruimte. Gebruik deze als uitgangspunt voor een groot stiekem werk. Bijvoorbeeld: vijf tot tien stoeptegels weghalen of een paar vierkante meter versiering door het schoolhek weven.
Presenteer de uitkomsten van de diverse opdrachten naar eigen inzicht.
Reflectie subdoelen
Bij welke presentatie vond je dat 'stiekem' het beste verbeeld werd?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat denk je nu bij het woord ‘stiekem’?
Welke opdracht heb je het beste stiekem kunnen uitvoeren?
Wanneer vond je het moeilijk om iets stiekem te doen of zelf stiekem te zijn?
Waarop moet je letten als je stiekeme dingen doet?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Wanneer vond je het moeilijk om iets stiekem te doen?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Welke opdracht ga je stiekem nog een keer uitvoeren?