Het rijke beeldende kunstaanbod van Den Haag staat in dit project centraal. De leerlingen bekijken en vergelijken werken die in de stad te bezichtigen zijn, in de vele musea en in de buitenruimte. Klassieke werken zoals het Meisje met de parel van Johannes Vermeer of juist moderne werken zoals de muurschilderingen van Dünya Atay. Er wordt onderzocht wat voor uitingen er in de beeldende kunst eigenlijk allemaal zijn. De leerlingen vernieuwen bestaande kunst door kunstwerken te combineren en in een nieuw jasje te steken. Ze bedenken zelf wat ze zouden willen maken voor de eigen omgeving of de stad en maken daar een miniatuur van. Tot slot exposeren ze het gemaakte werk in hun zelfontworpen mini-museum.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags (COH). Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf en hun omgeving, en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de ICC’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het digibord voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal naar eigen wens aan te passen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over zijn/haar/diens vak vertellen, aansluitend bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders of verzorgers kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Projectspecifieke informatie
Over dit project
Onder de titel Buitengewone kunst ontdekken de leerlingen welke soorten beeldende kunst er in Den Haag te zien zijn. Ze onderzoeken door wie de kunstwerken zijn gemaakt, waar ze te vinden zijn en waarom. Er is kunst te zien in musea maar ook in de buitenruimte. De leerlingen bedenken hoe je je eigen school kunt verrijken met kunst. Ze gaan zelf nieuwe kunst ontwerpen en maken hun eigen Haagse kunst. Bijvoorbeeld door kunstuitingen te combineren, andere of nieuwe technieken te gebruiken. Ook maken ze een sokkelsculptuur en een mini-museum. Ze leren waar je op kunt letten bij het ontwerpen van een nieuw museum voor Den Haag.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. Dit zijn doelen op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen geëvalueerd met behulp van de succescriteria op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Taalonderwijs Wil je woorden uit dit project koppelen aan taalonderwijs? Raadpleeg dan de begrippenlijst.
Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
De leerling legt uit hoe beeldende kunstwerken, sculpturen en musea als inspiratie kunnen dienen voor eigen ontwerpen.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling ontwerpt een nieuw kunstwerk op basis van bestaande Haagse kunstwerken, een eigen Haags kunstwerk, een sokkelsculptuur voor de Haagse Beeldengallerij en een mini-museum, en gebruikt verschillende technieken.
Bespreek met de leerlingen dat er in Den haag heel veel beeldende kunst te vinden is. Soms achter de muren van musea, soms in de openbare ruimte. Er is heel bekende kunst te vinden maar ook veel minder bekende kunst. Kunnen de leerlingen voorbeelden noemen van heel bekende beeldende kunstwerken? Welke soorten kunstwerken valt er eigenlijk allemaal onder beeldende kunst?
Bekijk en bespreek met de leerlingen een aantal voorbeelden van en over kunstwerken in Den Haag:
De animatie Bewegende beeldentuin over de 23 sprookjesbeelden van de beeldhouwer Tom Otterness op de boulevard bij Beelden aan Zee.
Welk werk spreekt hen he meeste aan? Waarom? Wat voor kunst zouden ze zelf het liefste zien in de stad?
3. Oriëntatie
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoeken, uitvoeren en presenteren.
Het filosofisch gesprek
In de oriëntatiefase van de les voer je naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Dit is belangrijk voor het creatieve proces. Je kunt het filosofisch gesprek natuurlijk ook tijdens de andere lesonderdelen inzetten. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Wanneer is iets beeldende kunst?
Waarom zijn sommige beeldende kunstwerken of beeldend kunstenaars beroemd?
Mag in een museum alleen beeldende kunst van bekende kunstenaars tentoongesteld worden?
Stel dat een beeldend kunstenaar haar, zijn of hun werk nooit kan laten zien aan anderen. Is het dan wel of geen beeldende kunst?
Als jij beeldende kunst zou maken, waar in de stad zou je je kunst het liefste zien?
Buitenkunst
Bespreek dat er in de stad een heleboel muurschilderingen te vinden zijn. Bekijk en bespreek de webpagina De mooiste Muurschilderingen in Den Haag. Welke muurschilderingen herkennen de leerlingen? En welke muurschilderingen kennen ze bijvoorbeeld uit de eigen school- of woonomgeving, die je niet terugziet op de site? Bijvoorbeeld de muurschildering Den Haag Skylinebij Basisschool de Zuidwester, gemaakt door Ellen Endhoven en Willem van der Hofstede. Of kunst op bij andere scolen, zoals te zien op de site van kunstcentrum stroom: Kunst bij scholen.
Er zijn veel manieren om de publieke ruimte met kunstwerken te verrijken. Bekijk en besprek een aantal van onderstaan de voorbeelden:
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij de komende les of tijd onderzoeken? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project:
De leerlingen maken een nieuw kunstwerk op basis van bestaande kunstwerken, een sokkelsculptuur voor de Haagse Beeldengallerij, en een mini-museum, waarbij ze gebruik maken van de kenmerken van Haagse voorbeelden uit de kunst.
4. Opdracht: Als nieuw
In deze opdracht bekijken en vergelijken de leerlingen oude en nieuwe kunstwerken met elkaar. Vervolgens maken ze nieuwe kunst door bestaande kunstwerken te combineren of te veranderen met gebruik van een nieuwe techniek, formaat of materiaal.
Subdoel kennis
De leerling benoemt de kenmerken van een aantal beroemde kunstwerken die te zien zijn in Den Haag.
Subdoel vaardigheid
De leerling vormt één of verschillende Haagse kunstwerk(en) om tot een eigen kunstwerk door middel van zelfgekozen technieken en materialen.
fotobewerkingsprogramma (bijvoorbeeld Adobe Photoshop of Microsoft Paint)
folders van Haagse musea en/of plaatjes van Haagse kunstwerken
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoeken, uitvoeren en presenteren.
Bekende kunst
Bespreek dat de Haagse musea een groot aantal beroemde kunstwerken bezitten waar mensen van over de hele wereld speciaal voor naar de stad komen.
Het wereldberoemde shcilderij Meisje met de parel van Johannes Vermeer werd in dit project al eerder genoemd. Bekijk met de leerlingen een aantal andere bekende kunstwerken uit Haagse musea, zoals:
Werk van M. C. Escher. Bespreek met de leerlingen wat ze van deze werken vinden. Wat valt hun op? Denk bijvoorbeeld aan dat het kunst is van vroeger (klassieke werk) en dus een ouderwets beeld geeft. Bijvoorbeeld De anatomische les van Dr Nicolaes Tulp, de personen die daarop staan lijken allemaal op elkaar. Hoe zou een moderne afbeelding van een anatomische les eruitzien?
3. Bekijk en bespreek de Mauritshuis-Murals over hedendaagse kustenaars die muurschilderingen hebben gemaakt van klassieke kunstwerken uit het Mauritshuis.
Waarom heeft het Mauritshuis deze muurschilderingen laten maken denk je?
Wat is er hetzelfde als in het originele schilderij, en wat is er juist heel anders?
Denk je dat meer mensen dit kunstwerk zien omdat het op een muur in de stad staat, in plaats van in een museum? En waarom?
Doorloop onderstaande stappen om het project uit te voeren.
Kunst-en-plakwerk
1. De leerlingen gaan een nieuw Haags kunstwerk maken. Ze kunnen kiezen uit verschillende manieren, bijvoorbeeld:
Door de kenmerken van minimaal twee zelfgekozen kunstwerken uit Den Haag te combineren in een werkstuk.
Door een bestaand kunstwerk een nieuwe vorm, kleur, materiaal of maat te geven.
2. Bespreek met de leerlingen hoe zij hun kunstwerk willen gaan maken en met welke materialen. Bijvoorbeeld met stof, attributen, karton, materiaal met reliëf en structuur. Laat de leerlingen kiezen uit verschillende technieken of combinaties van technieken. Ook het combineren van verschillende formaten, technieken en achtergronden kan leiden tot nieuwe kunstwerken.
van een portret een reliëf maken en dit in een landschap plaatsen, waarbij je let op plaatsing, formaat, kleur en betekenis;
een (deel van een) afbeelding van het ene kunstwerk uitknippen en gedeeltelijk voor een ander beeld plaatsen;
van een schilderij een tekening maken waarbij de verschillende onderdelen een andere maat krijgen;
een plat werk in 3D maken of een 3D-werk in platte vorm.
Voor de collage kun je prints van foto's van kunstwerken of plaatjes uit folders van Haagse musea gebruiken. Door middel van een fotobewerkingsprogramma kunnen afbeeldingen gecombineerd worden.
3. De leerlingen bedenken tot slot een titel voor het gemaakte werk en een omschrijving van het werkstuk: waar heb je de inspiratie vandaan, welk materiaal heb je gebruikt, wat is de betekenis? Waar zou je dit werk willen plaatsen? In de school of in de stad?
De nieuwe Haagse kunstwerken kunnen als volgt gepresenteerd worden:
Fotografeer de kunstwerken en print er kleine foto’s van in tweevoud. Laat de leerlingen één afdruk bewaren om later in hun 'museumzaal' te plaatsen.
Maak een 'catalogus' van de foto's (of schetsen) van het gemaakte werk
Reflectie subdoelen
Wat maakt jouw eigen Haagse kunstwerk speciaal?
Reflectie proces
Op welke plek in Den Haag zou jouw kunstwerk het beste tentoongesteld kunnen worden?
5. Opdracht: In beeld
De leerlingen onderzoeken een aantal kunstwerken uit de Beeldengalerij Den Haag en/of maken een wijkwandeling langs diverse beelden. Ze onderzoeken de zeggingskracht van een beeld en de relatie tot de omgeving. Vervolgens ontwerpen en maken de leerlingen een schaalmodel van een sokkelsculptuur. In deze opdracht ontdekken en ervaren de leerlingen dat behalve vorm, materiaal en maat ook de plaats invloed heeft op de zeggingskracht van een sculptuur.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat vorm, materiaal, maat, betekenis en de plaats van een sculptuur van invloed zijn op de zeggingskracht ervan.
Subdoel vaardigheid
De leerling ontwerpt en maakt een schaalmodel van een eigen sculptuur met een bijpassende sokkel.
Benodigdheden Basismaterialen
kosteloos materiaal voor sokkel en schaalmodel: blokjes hout, dennenappels, stevige klei, plastic flesjes, kopjes, plankjes, blikjes, etc.
stevig karton of foamkarton voor maquette
kleine breekmesjes
verbindingsmateriaal: tiewraps, tape, lijmpistool, ijzerdraad, satéprikkers, etc.
linialen en/of meetlinten
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoeken, uitvoeren en presenteren.
Voer onderstaande opdrachten uit:
Beeldengalerij
Breng met de leerlingen een bezoek aan de Beeldengalerij in het centrum van Den Haag, of bekijk de beelden op het digibord. Zie de website van Stroom Den Haag, De Beeldengalerij.
Bespreek de beelden aan de hand van de volgende vragen en aandachtspunten:
Wat zie jij in het beeld?
Wat denk je dat de kunstenaar met het beeld wil vertellen?
Licht een werk uit en bespreek dat aan de hand van de beeldaspecten: kleur, licht, ruimte, vorm, structuur en compositie.
Kunstwerken
De leerlingen onderzoeken in groepjes wat voor een beeld ze zouden willen maken voor hun school, wijk of stad. Laat hen ontwerpenschetsen maken voor hun beeld en deze met elkaar bespreken.
Jouw nieuwe Haagse beeld De leerlingen ontwerpen en maken een schaalmodel van een sokkelsculptuur op 'Madurodamformaat' van een sokkelsculptuur.
Doorloop onderstaande stappen:
De leerlingen kiezen ieder voor zich een ontwerp uit dat ze willen uitvoeren in 3D. Ze denken na over hoe ze dit willen maken, welk materiaal ze hiervoor willen gebruiken, welke maatvoering.
De leerlingen bedenken de vorm en het materiaal waar de sokkel van kan worden gemaakt (klei, een blok hout, plastic fles, kopje, plankje, dennenappel, etc.). Elke vorm komt in aanmerking.
De leerlingen maken de mini-sculptuur.
De leerlingen maken de sokkel waar het beeld op komt te staan.
Tip: Houd er rekening mee dat de sculptuur van alle kanten interessant moet zijn om te bekijken. Let erop dat het beeld op de sokkel past of er in ieder geval aan verbonden kan worden.
De sculpturen kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden:
Maak een klassenbeeldengalerij en laat de leerlingen hierbij een tekst voor een rondleiding schrijven. Nodig ouders/verzorgers of een andere klas uit voor een rondleiding.
Laat de leerlingen bijzondere pekken uitzoeken in het klaslokaal (in de boekenkast, op de tafelpoot, op het digibord, aan de deurpost etc.) en daar hun beeld plaatsen en laat hen vertellen waarom ze deze plek kozen.
Reflectie subdoelen
Waaraan kun je bij jouw beeld goed zien wat het betekent?
Reflectie proces
Wat gebeurt er met jouw beeld als je het op een van de andere sokkels plaatst?
6. Opdracht: Geef kunst de ruimte
Met de ervaring uit de vorige opdrachten ontwerpen en maken de leerlingen een eigen 'mini-museum' voor hun werkstukken.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat een architect doet en waar je allemaal aan moet denken bij het ontwerpen van een museum.
Subdoel vaardigheid
De leerling ontwerpt een mini-museum voor Madurodam.
optioneel: stukjes (gekleurd) perspex of stevig plastic
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
Mini-museum
Bekijk en bespreek de volgende voorbeelden van musea:
Wat valt op aan deze gebouwen en wat spreekt je aan? Bespreek in groepjes welke vorm, materiaal, inrichting, binnen- en buitenruimte jullie museum zou hebben.
2. De leerlingen gaan een miniatuurmuseum voor Madurodamformaat bedenken.
Of lees en bekijk de foto's over hoe het Suriname Museum gebouwd wordt voor Mini World Rotterdam.
Laat de leerlingen individueel of in groepjes ontwerpschetsen maken voor een mini-museum. Denk hierbij na over de vorm, maat, materiaal, binnen- en buitenruimte. Maar ook over wat er speciaal en anders kan zijn aan dit nieuwe museum. Is iedereen er even welkom? Jong en oud? Hoe kun je daarvoor zorgen? Denk daarbij ook aan rolstoelvriendelijkheid, aanwezigheid van een lift, etc.
Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Maak het museum voor Madurodam in groepjes. Houd hierbij rekening met de maten: het is leuk als de foto's van het gemaakte werk uit de opdracht 'Als nieuw' en de beeldjes uit de opdracht 'In beeld' erin passen.
Richt het museum in met eigen werk.
Suggestie: Plaats tekstbordjes bij de werken, maak een catalogus van de collectie.
De leerlingen bedenken een naam voor het museum. Suggestie: Verzin en maak een logo voor het museum.
Voer onderstaande presentatieopdrachten uit:
Kies een museumdirecteur (v/m/x) uit de klas. Houd een interview met de nieuwe museumdirecteur.
Organiseer de opening door een vip, bijvoorbeeld de kinderdirecteur van Madurodam, het Mauritshuis, of de directeur van het stadsdeel.
Nodig ouders en verzorgers uit, vertel over het museum.
Laat de leerlingen in tweetallen een krantenartikel voor Den Haag Centraal maken, waarin ze elkaar interviewen over het museum.
Ze kunnen hierin het volgende verwerken:
hoe de ideeën voor het mini-museum zijn ontstaan
welke keuzes er in de ontwerpfase gemaakt zijn
hoe is het uitgevoerd, met welke materialen
hoe is het museum ingericht en waarom
welke naam heeft het gekregen
de plek waar het mini-museum staat.
Reflectie subdoelen
Hoe heb je ervoor gezorgd dat het mini-museum herkenbaar is als museum?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat heb je geleerd over kunst in Den Haag?
Wat weet je over de plaats van kunstwerken in de stad?
Waar zouden jullie je 'nieuwe Haagse kunstwerk' willen neerzetten en waarom daar?
Als jij museumdirecteur was, wat zou er dan in je museum komen te staan: wat wel en wat niet en waarom?
Wat vind je belangrijker: het gebouw of de werkstukken? Waarom?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Welk Haags kunstwerk (schilderij, beeld of museumgebouw) vond je het meest inspirerend?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Wat voor kunst zou je zelf nog willen ontwerpen voor Den Haag?