1. Informatie
Lees ter voorbereiding van de COH-lessen onderstaande informatie over de invulling en het doel van het project en manieren om het project te promoten. Ook zijn hieronder de algemene benodigdheden en de begrippenlijst opgenomen.
Wat doen de leerlingen in dit project?
In dit project met de titel Verdwenen verhaal gaan de leerlingen in de onderzoeksfase op zoek naar antwoorden op vragen als: Wat zijn verhalen? Waar ontstaan verhalen of waar vind je verhalen?
Verhalen vind je in voorwerpen, in vorm en beeld, muziek en dans, in andere kunstuitingen.
Verhalen komen vanuit taal en schrift: letters, woorden, zinnen, nieuwe communicatievormen, nep of geheimtaal. Er wordt gezocht naar persoonlijke verhalen, eigen of familieverhalen, wereldverhalen en verhalen over jezelf in de wereld. Voor de uitvoering wordt gewerkt met het vertellen van verhalen in beeld, beweging en geluid. Hoe breng je een verhaal over in taal, muziek, dans, beeld en hoe kan je emoties verbeelden? Als het project schoolbreed ingezet wordt, is uitwisseling mogelijk tussen de leerjaren. De opdrachten voor de verschillende leerjaren kunnen dan met elkaar verbonden worden. De titels van de opdrachten zijn daarom ook voor een deel hetzelfde of herkenbaar.
Groep 7 kan ook een opdracht doen die beschreven staat bij groep 5.
Waarom dit project?
Met het project, de gebruikte boeken, filmpjes en kunstuitingen wordt de ontwikkeling van fantasie en nieuwsgierigheid gestimuleerd. En zijn er een aantal andere relevante onderwerpen aan de orde: de noodzaak van verhalen delen, redenen voor het vertellen van een verhaal, het verhaal als doorgeefluik van wijsheden en levenslessen, het verhaal als middel om te leren over andere levens en gebruiken met als doel inzicht in, inleven in de ander, empathisch vermogen vergroten en gewoon voor het plezier! Door nieuwe verhalen te verzinnen of bestaande verhalen te veranderen kun je het beeld herscheppen van het zelf en de wereld om je heen.
De fasen van het creatief proces vormen het uitgangspunt voor de verwerking waardoor de leerlingen kennis en ervaring opdoen met onderzoek, maken, presenteren en reflecteren
Praktische aanbevelingen:
Tijdens dit project kan de zoektocht spannender gemaakt worden door de leerlingen naast de opdrachten ook ‘hints’ te geven. De eerste hint ligt direct na de introductie al in de klas. In iedere klas zijn twee vormen op de grond gelegd, twee V’s. In ieder klas liggen de V’s anders. (zie bijlagen)
Voor de start van onderzoeksopdrachten kan er bv. een hint op de verzamelmuur staan zoals : Wie , wat, waar, wanneer, waarom? Om een eerste aanzet tot een verhaal te maken kun je werken vanuit de 5 w’s. Vijf vragen die je kunt stellen om ingrediënten te verzamelen voor het verzinnen van een verhaal.
Tijdens de verschillende fases in dit project komt bv. de directeur even langs in de klas/stuurt een filmpje/legt een briefje neer of iets anders, met een vraag, opdracht, aanwijzing, verhaaltje.
De Muur van Bevindingen, de Verzamelmuur, is een muur die je in de school aanwijst om oplossingen en inhouden op ten toon te stellen. In de weken dat er aan dit project wordt gewerkt zal deze muur groeien met verschillend werk van de leerlingen van alle leerjaren die meedoen, ter inspiratie voor de andere klassen.
De ene groep verrast de andere groep met een boodschap of verhaal.
NB: Er kan ook gewerkt worden met het lege boek waarin de bevindingen en werk van de leerlingen bewaard worden.
Maak in de klas een verhalen vertelplek. Dit kan in de vorm van een zelfgemaakt kampvuurtje waar omheen gezeten wordt bij het vertellen van verhalen om zo een intieme sfeer te creëren.
Andere mogelijkheden zijn een VerhalenVertelstoel, een hoek met kussens, of een ander object waar je omheen kan zitten met de leerlingen.
Stroomdiagram
Het stroomdiagram is een hulpmiddel ter ondersteuning van het creatief proces en bij het plannen van de lessen. U werkt van links naar rechts. De kolommen staan voor de fases in het proces. De kleuren van de opdrachten per fase corresponderen met de kleuren van de verschillende uitkomsten. Maak een keuze uit de opdrachten aan de hand van de ontwikkeling en kwaliteiten van de leerlingen. Het proces staat centraal, niet het eindresultaat. Ga samen met de leerlingen het experiment aan.
Doelen
In dit project worden bij de Introductie, de Oriëntatie en de Opdrachten worden steeds een aantal kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. De volgende houdingsdoelen gelden voor het project in het algemeen:
- De leerling heeft een nieuwsgiereige houding en is pro-actief
- De leerling kan postief kritisch reflecteren op eigen werk en dat van anderen
Promotie
Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is. Denk na over manieren om het project te promoten.
- Stel ouders op de hoogte van het museumbezoek of de komst van de kunstenaar in de klas.
- Maak flyers voor de eindpresentatie en verspreid deze in de buurt.
- Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
- Zorg dat de redactie van de wijkkrant tijdens de presentatie aanwezig is om een stukje te schrijven.
Aan de slag in de klas
- We gaan ervan uit dat je kennis hebt van de opzet van COH.
- Vraag bij de voorbereiding zo nodig hulp aan je interne cultuurcoördinator of je cultuurcoach (laat je informeren over de scholingsmogelijkheden).
- Bereid het project bij voorkeur samen met je collega’s voor (vergeet de vakleerkrachten niet).
- Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is van grote meerwaarde. Zie CultuurSchakel voor het actuele aanbod.
- Nodig als dat lukt een kunstenaar uit die betrokken wordt bij de uitvoering van het project.
Zie CultuurSchakel.
- Bedenk van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt inschakelen.
- Je mag het project ‘op maat maken’, mits je de fasen van het creatieve proces blijft doorlopen.
- Trek voor het hele project zes tot acht lesmomenten van 45 minuten uit.
Algemene benodigdheden
Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
- klaslokaal of speellokaal
- muziekinstallatie en/of digibord
- digitaal foto- en filmtoestel
- (kleuren)printer
- postervellen en stiften voor de leerkracht om aantekeningen op te maken tijdens gesprekken in de klas
Begrippenlijst Nederlandse taal
Vaktaal
|
Algemene woorden
|
Werkwoorden
|
de installatie de vervreemding het sonnet de emoticon de mimiek de locatie het gedicht het publiek de klank de collage de dialoog de percussie de scene de 5 W’s de (basis) emoties |
het fietsframe de fietsenstalling lenig de troep de communicatie de boodschap het geheim de aanwijzing de hint het voorwerp niets iets de combinatie |
reageren kwijtraken verdwijnen verdwalen analyseren uitbeelden |