Rappen leent zich perfect om te vertellen wie je bent en waar je voor staat. De leerlingen gaan in tweetallen onderzoeken wat de positieve eigenschappen zijn van de ander en verwerken dit in een complimenten rap. Daarnaast onderzoeken ze hoe je rap kunt aanvullen met beat box ritmes en dancemoves. Inspirerende filmpjes zorgen ervoor dat de leerling in staat is om met een groepje zelf een eigen beat te ontwikkelen. Zo werken ze langzamerhand toe naar een eindpresentatie; een eigen compositie die bestaat uit een raptekst, beat box ritme en verschillende dance moves.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project In dit project ontdekt de leerling hoe hij zich kan identificeren met en door middel van rap, beat-box en (break)dance. Hij verpakt de identiteit van zichzelf en van zijn klasgenoten in een complimenten rap en leert woorden ritmisch op een beat te rappen. Vervolgens werkt de klas toe naar een eindpresentatie waarin rap, battle, beatboxen en dans gecombineerd worden.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Bij elke opdracht staat een opsomming van benodigdheden weergegeven. In de Toolbox muziek vind je meer informatie over het bespelen van de instrumenten uit het schoolmuziekinstrumentarium. Daarnaast worden verschillende werkvormen verder uitgelegd.
2. Introductie
Hoofddoel kennis
De leerling legt uit hoe hij door middel van rap, beatbox en breakdance kan vertellen wie hij is en waar hij voor staat.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling geeft, samen met anderen, vorm aan de eigen identiteit door middel van een eigen compositie van raptekst, beatbox ritme en dance moves.
Ter ere van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden componeerde Typhoon de rap ‘Van de regen naar de zon’ die hij in de Ridderzaal uitvoerde in het bijzijn van koning Willem Alexander, koningin Máxima en het kabinet. Laat de video zien en bespreek deze met de klas aan de hand van de volgende vragen:
Waar gaat de rap over?
Is de rap positief of negatief? Waar maak je dat uit op?
Hoe reageert het publiek? Kun je aan de gezichten aflezen wat ze ervan vinden?
Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen.
Wat zijn karakter eigenschappen?
Is een eigenschap hetzelfde als een vaardigheid?
Is bijvoorbeeld eigenwijsheid een goed of een slechte eigenschap? Waarom?
Kan iemand zichzelf (goed) kennen?
Hoe kun je goede of slechte eigenschappen of vaardigheden zien bij jezelf of de ander?
Moet je iemand goed kennen om zijn eigenschappen of vaardigheden te kunnen zien?
Kun je iets aan je eigenschappen veranderen?
Kijk ter ondersteuning van de volgende opdracht het filmpje “Complimenten rap”. Hier worden de stappen duidelijk uitgelegd en voorgedaan. Onderstaande opdracht kan ook op twee verschillende momenten in de week worden gedaan. Doorloop de volgende stappen:
Complimentenrap
Deel 1: (ca. 15 minuten)
Ga in een kring staan. Werk in tweetallen (zoals ze nu naast elkaar staan). Geef aan wie er samenwerken. In het filosofisch gesprek ging het over goede eigenschappen en vaardigheden. Laat de tweetallen kort aan elkaar vertellen wat een goede eigenschap en/of vaardigheid van hen is.
Als je ziet dat de leerlingen klaar zijn, ga je een ritme klappen en blijf je datzelfde ritme klappen totdat iedereen meedoet. Ga steeds zachter klappen totdat het stil is. We gaan die goede eigenschap van de ander in twee korte regels rappen. Zet de begeleidingsbeat aan en geef zelf het eerste voorbeeld dat over een kind uit de klas gaat. Bijvoorbeeld: “Hé [naam van het kind], dat doe je goed, [goede eigenschap], je weet wel hoe het moet!
Maak een rondje met dezelfde zin, maar nu gebruiken de leerlingen de naam en eigenschap die ze samen hebben besproken. Zet de beat een minuutje aan en laat ze door elkaar heen hun zin in tweetallen uitproberen. Doe het rondje daarna in de kring, waarbij ieder kind om de beurt zijn zin rapt. Dit is uitproberen, dus niks is fout! Help elkaar waar nodig. Variaties
Gebruik dezelfde basis zin, maar laat de klas de laatste woorden (die onderstreept zijn) steeds mee rappen. Uiteraard kan hier een rapbeweging bij worden gemaakt.
Laat de leerlingen zelf twee zinnen bedenken die over een goede eigenschap van de ander gaan. Ze mogen dus niet de zin gebruiken uit de vorige opdracht. Zorg ervoor dat het rijmt.
Deel 2: (ca. 15 minuten)
De antwoorden van deze schrijfopdracht worden gebruikt in een latere opdracht (Wie ben jij?). Werk weer in tweetallen. Laat de leerlingen vijf eigenschappen van de ander en van zichzelf noteren zonder met elkaar te praten. Doe dit klassikaal en spreek een tijdsduur of signaal af. Nu noteren de leerlingen tien woorden die kenmerkend zijn voor henzelf en tien woorden die de ander kenmerken. Bespreek om de beurt wat er opgeschreven is en kijk of dat ook daadwerkelijk klopt met het beeld dat de leerling van zichzelf heeft. Eventueel stellen de leerlingen dit nog bij. Moet er nog iets worden toegevoegd of verwijderd? De leerling over wie het gaat beslist wat er mag staan.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling drukt zichzelf uit in een raptekst, een beat-box ritme en verschillende dance moves.
4. Opdracht: Hoe klink ik?
In deze opdracht maken de leerlingen kennis met een ander onderdeel van de rap: beatboxen. Ze krijgen tools in handen om zelf te kunnen beatboxen, proberen die uit en maken daar zelf ritmes mee.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat beatboxen is.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt een eigen ritme met verschillende beatbox ritmes.
Benodigdheden
digibord
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Kijk met de leerlingen naar de aflevering van Het Klokhuis - ‘Beatbox’. De bedoeling is dat ze met Rudebeats meedoen als hij dingen voordoet. Doe zelf ook enthousiast mee, dat helpt! Benadruk dat alles goed is, niets is gek. Oefen de verschillende onderdelen uit de aflevering met de korte filmpjes (stap 1 t/m 4) van Rudebeats. Dit kan zo vaak herhaald worden als wenselijk is.
Zet de volgende filmpjes van beatboxer Patrick Couwenberg klaar:
De 3 instructie filmpjes kunnen ook op 3 verschillende momenten door de week heen uitgevoerd worden. Doorloop daarbij de volgende stappen:
Kijk met de leerlingen naar de eerste les van beatboxer Patrick en doe met hem mee. Hij begint met de basis die al aan bod is gekomen bij Rudebeats, maar gaat hier nu verder op door. Hij doet steeds dingen voor en wacht dan, zodat de klas het kan herhalen. Uiteraard kun je tussendoor de opname stilzetten om een bepaald onderdeel even rustig te oefenen. (Hij maakt in het begin kort reclame voor zijn bedrijf, dat kun je negeren of overslaan.) Herhaal dit eventueel gedurende de week als dat wenselijk is. (10 tot 15 minuten.) Doe hetzelfde met de tweede les en derde les van Patrick. (10 tot 15 minuten.)
Deel 2:
Vraag aan de leerlingen of ze nu, nadat ze allerlei voorbeelden van beat box geluiden en klanken hebben gehoord, zelf combinaties/ ritmes kunnen bedenken. Als een leerling iets voordoet, herhaalt de klas dat of doet de klas mee, zodat iedereen hetzelfde ritme beat boxt. Dit onderdeel kan zo lang duren als je wil, afhankelijk van de concentratie en de ideeën.
Beatbox Song
Doorloop de volgende stappen (10 tot 15 minuten)
Maak groepjes van vier leerlingen. Ieder groepje kiest een eenvoudig liedje uit, of bijvoorbeeld een refrein of gedeelte van een bekend popnummer. Dat mag uiteenlopen van ‘Vader Jacob’ (in zijn geheel) of een ander kinderlied tot een gedeelte van een rap- of popnummer. Bijvoorbeeld alleen het refrein. . Het is wel belangrijk dat ze proberen snel te kiezen. Eventueel kan dit ook gezamenlijk worden gedaan en dat er wat mogelijkheden/suggesties op het bord staan.
De taken worden onderverdeeld in zingen en beatboxen. De groepjes gaan oefenen. Ze bedenken welk beat box ritme goed past en oefenen dit samen met de zang.
De groepjes laten aan elkaar zien wat ze hebben gemaakt.
Reflectie subdoelen
Hoe voelde je je tijdens het uitvoeren van je beatbox ritme?
Reflectie proces
Onder welk beatbox ritme zou je tekst over jezelf willen zetten?
5. Opdracht: Wie ben jij?
In deze opdracht schrijft de leerling, op basis van de afgenomen vragen tijdens de oriëntatie, korte raps over een ander. Hij verwerkt de uitkomsten in twee of vier (rijmende) regels die hij rapt op een instrumentale beat van 2Pac. Vervolgens gaat hij met een duo-partner de twee raps combineren. Zo ontstaat er een groter geheel.
Subdoel kennis
De leerling legt uit waar je rekening mee houdt als je een rap schrijft, waaronder het gebruik van rijm en ‘hooks’.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt, in een tweetal, een gezamenlijke rap over de positieve eigenschappen van de ander.
Benodigdheden
pen en papier voor de leerlingen
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Luister naar de beat van het nummer ‘Life Goes On’ van 2Pac . Dit nummer heeft een relaxte beat waarover makkelijk gerapt kan worden. In de video is een ‘hook’ (een herkenbare korte melodie) die hoorbaar geneuried wordt op een oe-klank.
Deze ‘hook’ kan gemakkelijk meegezongen worden als er een paar keer naar geluisterd is. Meestal zijn er wel een aantal leerlingen in de klas die dit vrij snel mee kunnen zingen. Vraag of er een leerling is die je kan helpen door dit voor te doen. De klas kan het vervolgens meezingen. Een andere mogelijkheid is om Bijlage 2 te gebruiken bij het instuderen.
De leerlingen werken in tweetallen en schrijven een rap over elkaar. Hierbij gebruiken ze de antwoorden uit deel 2 van de oriëntatieopdracht. Geef de tweetallen ca. vijf minuten de tijd om samen een onderdeel uit de tekst te kiezen Ze overleggen in welke verband die eigenschappen of vaardigheden gebruikt gaan worden. Bijvoorbeeld: de vaardigheid is ‘kan goed rennen’, de context kan zijn: ‘rent het hardst van allemaal, is tijdens voetbalwedstrijden iedereen te snel af’.
Nu gaan de leerlingen met die woorden en context proberen om twee tot vier zinnen te maken en te rappen over de ander. Dit kan iedereen tegelijk zachtjes uitproberen. Zet de beat van ‘Life Goes On’ aan. Iedereen maakt individueel een korte rap over de ander en schrijft die op.
Tips:
Probeer de raptekst net zo lang te maken als de lengte van één keer het melodietje; dus als de ‘hook’ start, begint de raptekst. Als de ‘hook’ opnieuw begint, is de raptekst klaar.
Als de regels te lang zijn, haal je er kleine woorden uit. Andersom maak je de regels langer door er kleine woorden tussen te zetten. Bijvoorbeeld: ‘goed’ kan ook ‘heel erg goed’ worden.
Zorg dat de regels rijmen. Het kan vol rijm zijn, zoals ‘raak – smaak’, maar ook klankrijm, zoals ‘keek – steak’.
Geef eventueel onderstaande voorbeelden als leerlingen het moeilijk vinden. Gebruik hiervoor Bijlage 3. De woorden die onderstreept zijn krijgen de nadruk. Laat de leerlingen het eventueel een keer mee rappen:
Voorbeeld eigenschap: Zij toont interesse, nieuwsgierig is ze vaak Daardoor leert ze nieuwe dingen, dat is een goede zaak. Vervelen, dat doet ze zeker niet. Er is zoveel te ontdekken, dat past echt niet in dit lied!
Voorbeeld vaardigheid: ‘Hij is de ster in het elftal, rent het hardst van allemaal, op het gras, of in de zaal. Hij is de keeper allang voorbij. Hij is de tofste en de snelste, en de beste volgens mij.’
Loop ondertussen rond en help waar nodig. Maak na enige tijd de tussenstand op. Als de regels nog niet klaar zijn, kunnen de leerlingen elkaar helpen deze af te maken.
Je eigen rap!
Laat de tweetallen bedenken hoe ze van de twee raps een geheel gaan maken en uitvoeren. Er zijn meerdere mogelijkheden:
Met z’n allen tegelijk en achter elkaar (de eenvoudigste vorm).
Iedereen doet zijn eigen regels, de anderen zeggen alleen het laatste woord van elke zin mee (gebruikelijk in rap).
Ergens de ‘hook’ inpassen: tussen de coupletjes in of twee mensen die rappen terwijl de andere twee de hook eroverheen zingen.
Geef ze tijd om deze nieuwe vorm te oefenen. Zet de beat een aantal keer aan en laat iedereen zachtjes door elkaar heen oefenen. Het is handig als ze de teksten uit het hoofd kunnen.
Laat de resultaten aan elkaar zien en laat iedere groep aan een andere groep feedback geven in de vorm van twee tops en een tip.
Samen rappen!
In dit gedeelte voegen we alle gemaakte raps bij elkaar.
Ga als volgt te werk:
De rap start aan het begin van de ‘hook’. Oefen een paar keer het begin: het ‘opstapje’ van de gitaar is maar heel kort om op in te vallen. Mocht dit lastig zijn, dan is het uiteraard ook mogelijk om een rondje te wachten voordat de eerste groep start.
Vorm een kring. Het tweetal dat aan de beurt is, loopt naar het midden. De rest zit er gehurkt omheen. De groepen voeren om de beurt hun rap uit. Het hoeft niet meteen aan te sluiten; de groep die is geweest gaat eerst zitten, de volgende groep staat op en gaat klaarstaan. Kijk even aan of ze vanzelf weten wanneer ze moeten invallen. Help alleen als dat niet vanzelf gaat.
Tip.
Met deze vorm kan er een mooie presentatie gemaakt worden voor de ouders of een andere groep. Als deze vorm bekend is, dan is het ook mogelijk om vanuit een school thema de teksten aan te passen. Bijvoorbeeld voor een projectweek of de musical. Met de volgende deelopdracht kan deze presentatie uitgebreid worden.
Reflectie subdoelen
Op welke manier herken je jezelf in jullie rap?
Reflectie proces
Hoe heb je jouw verhaaltje over de positieve eigenschappen van de ander omgezet in een rap?
6. Opdracht: Hoe klinken wij?
In deze opdracht maken de leerlingen kennis met breakdance en krijgen ze op een eenvoudige manier tools in handen via YouTube-filmpjes. Vervolgens werkt de klas toe naar een eindpresentatie waarin rap, battle, beatboxen en dans gecombineerd worden.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat battlen is.
Subdoel vaardigheid
De leerling presenteert, samen met anderen, een compositie van rap, beatbox en dance moves.
Benodigdheden
digibord
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
De onderdelen van onderstaande opdrachten kunnen eventueel op verschillende momenten in de week worden uitgevoerd.
Dance Battle (7:19, toon alleen de eerste drie of vier minuten)
Move & Groove
(ca. 10 minuten) Laat het filmpje 3 Simple Dance Moves (6:26) zien. Zet het filmpje eventueel stil nadat er een ‘dansmove’ is uitgelegd. Dan hebben de leerlingen even de gelegenheid om het te oefenen. Tip: schrijf de titel van het filmpje op het bord, zodat leerlingen thuis eventueel ook nog kunnen oefenen als ze dat willen.
Herhaal deze onderdelen eventueel gedurende de week.
Extra: (15 tot 20 minuten) Voor deze opdracht is het handig om het speellokaal te gebruiken. Als de moves er goed in zitten, is het ook heel leuk om er een battle van te maken. Laat als introductie de eerste drie of vier minuten van het filmpje Dance Battle zien. Stel vragen over wat ze hebben gezien: Hoe gedragen de meiden en jongens zich tijdens de moves? Wat doen ze om nog meer indruk te maken? Denk aan andere moves, drukker dansen, met meer mensen dansen. Uiteraard is dit niveau hoog, maar het is ook leuk om het met eenvoudige moves te doen en meer op attitude. Waarschijnlijk zitten er kinderen in de klas die meer kunnen dan je denkt!
Zo klinken wij!
In dit gedeelte werken we toe naar een eindpresentatie. Bedenk met de leerlingen wat ze uit het gehele project willen gebruiken en op welke manier ze de gekozen onderdelen willen combineren tot een geheel. Uiteraard zijn allerlei combinaties en volgordes mogelijk.
Een paar opties en aandachtspunten:
Gebruik de rapteksten uit de opdracht ‘Wie ben jij?’, aangevuld met wat coole dansmoves.
Er kan bij gebeatboxt worden.
Als je een begeleidingsbeat gebruikt, dan kan er ook in het midden een battle worden gedaan.
Maak gebruik van de verschillende talenten in de klas. Leerlingen kunnen battelen door te dansen, beatboxen en rappen.
Ook is het mogelijk om een raptekst te maken die wat meer over de klas als geheel zegt of aansluit bij een (actueel) thema. Deze tekst kan dan worden gecombineerd met de andere onderdelen die hierboven beschreven staan.
Oefen het geheel totdat iedereen tevreden is.
Laat het eindresultaat aan een andere groep op aan de ouders zien of maak er een opname van. Uiteraard is het leuk om het geheel nog wat aan te kleden.
Reflectie subdoelen
In welk onderdeel van de presentatie was jouw talent het duidelijkst terug te zien?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen.
Welke opdracht uit het project zou je nog een keer willen doen? Waarom?
Waar kun je allemaal op letten als je een rap-presentatie maakt met een groep?
Heb je iets durven doen wat je niet eerder durfde of dacht te kunnen?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Kon jij je het beste uitdrukken in de raptekst, de beat box-ritmes of de dance moves?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Welk nieuw ontdekt talent van jezelf zou je willen toevoegen aan je rap?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.