Je kunt muziek luisteren, maar er ook naar kijken. YouTube staat er vol mee: muziekclips. Alle leerlingen kennen ze en ze vormen vaak hun eerste ervaringen met dans. In dit project doen de leerlingen niet alleen onderzoek naar deze korte filmpjes, ze maken ook zelf een muziekclip. Het project begint met het bekijken van verschillende clips waarin een verhaal verteld wordt met muziek, tekst en dans. Met de clip ‘Thriller’ van Michael Jackson ontdekken ze hoe je met dans een bepaalde sfeer of thema kunt neerzetten, in dit geval ‘griezelen’. Want hoe kies je dansbewegingen bij een muzieknummer? Beeld je de tekst letterlijk uit of kies je bewegingen die de sfeer of een gevoel weergeven? Als afsluiting maken de leerlingen een eigen muziekclip op een nummer naar keuze. Ze werken in teams met een rolverdeling zoals: een filmer, dansers, choreograaf, iemand die kleding of attributen verzorgt. En dan: de release van deze nieuwe muziekclips!
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project De leerlingen doen onderzoek naar muziekclips en de plek van dans daarin. In de opdracht ‘Griezeldans’ ervaren ze hoe je met dans een sterke sfeer kunt creëren. Daarna ervaren de leerlingen dat je met (dans-)beweging de tekst van een lied ‘letterlijk of figuurlijk’ kunt laten zien. Ze kiezen tenslotte een muzieknummer uit en maken in groepjes een eenvoudige videoclip.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Let op: De opdrachten beschreven in dit project worden deels uitgevoerd in het klaslokaal en deels in het speellokaal. Het bekijken en bespreken van de filmfragmenten gebeurt in het klaslokaal. Voor de actieve dansopdrachten is een speellokaal of gymzaal nodig. Hier dien je muziek te kunnen afspelen met een goed geluidsniveau. Als jouw school geen geluidsapparatuur in de gymzaal heeft, kun je via CultuurSchakel gebruikmaken van een draagbare bluetooth-speaker waarmee je muziek kunt afspelen vanaf een laptop of mobiele telefoon. Wil je hiervan gebruikmaken, neem dan contact op met de cultuurcoach van jouw stadsdeel.
2. Introductie
Hoofddoel kennis
De leerling legt uit wat de rol van dans is in een muziekclip.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling geeft vorm aan een eigen griezeldans, liedtekst en een muziekclip waarbij hij gebruik maakt van dans om de sfeer en het verhaal te verbeelden.
Aan de slag in de klas
Doorloop in deze opdracht de volgende stappen om het project te introduceren:
Bekijk met de leerlingen één of enkele verschillende videoclips waarin een verhaal wordt verteld. Bekijk vooraf welke je het meest geschikt vindt voor je leerlingen.
Bespreek de videoclips na aan de hand van de volgende vragen:
Waar gaat de videoclip over, wat wordt er door de makers verteld?
Zit er een verhaal(lijn) in? Kun je dit toelichten?
Wat voor sfeer heeft dit verhaal, deze clip?
Wat gebruiken de makers allemaal om het verhaal en de sfeer over te brengen? Denk aan de soort muziek, de tekst van de song, de verschillende beelden, gebruik van dans, theater, kostuums, decor en het aantal mensen dat mee doet.
Waarom denk je dat er gedanst wordt in deze clips? In hoeverre vind je het een toevoeging en draagt het bij aan het verhaal? Hoe en waarom?
3. Oriëntatie
Aan de slag in de klas
Het filosofisch gesprek
Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Wat doet muziek waar je van houdt met jou?
Verzin je bij een muzieknummer weleens verhalen in je hoofd?
Hoe zou het zijn wanneer er geen muziek zou bestaan?
Voer onderstaande opdrachten uit of maak een keuze:
De geschiedenis van muziekclips Vertel de leerlingen iets over de geschiedenis van de muziekclip. Lees daarvoor zelf bijvoorbeeld:
Bespreek met de leerlingen welke muziekclips ze zelf kijken en wat ze daarin wel of niet aanspreekt.
Eventueel kunnen enkele leerlingen als voorbeeld hun favoriete muziekclip laten zien, waarbij ze toelichten wat ze aanspreekt.
Bespreek ook wat de meerwaarde is van het feit dat men tegenwoordig altijd een videoclip bij een muzieknummer maakt.
Fragment bekijken Bekijk en bespreek een muziekclip waarbij de muziek is weggelaten en bespreek het verschil met een gewone muziekclip:
Uptown Funkvan Mark Ronson ft. Bruno Mars (House of Halo #WITHOUTMUSIC parody).
Happyvan Pharrell Williams (House of Halo #WITHOUTMUSIC parody).
Hoe wordt een muziekclip gemaakt? Bedenk met elkaar wat er allemaal nodig is om een muziekvideo te maken. Denk daarbij aan: geluid, licht, script, zangers, dansers, acteurs, cameramensen, locaties, etc.
Let op: deze video is gemaakt voor leerlingen van het voortgezet onderwijs.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling geeft in dans vorm aan sfeer, een liedtekst en een eigen verhaal met videoclips als inspiratiebron.
4. Opdracht: Griezeldans
In deze opdracht onderzoeken de leerlingen het thema ‘griezelig’ in muziekclips aan de hand van de clip Thriller van Michael Jackson. Welke bewegingen zien er griezelig uit en hoe komt dat?
Daarna oefenen de leerlingen deze dans aan de hand van een tutorial en maken zelf een dans die hierop geïnspireerd is. In de presentatiefase laten de leerlingen de gemaakte dansen aan elkaar zien en voorzien ze elkaar van feedback.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe je met dans een spannende en griezelige sfeer kunt creëren.
Subdoel vaardigheid
De leerling bedenkt een korte griezeldans en voert deze overtuigend uit.
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Muziekclip bekijken: Thriller
Bekijk de muziekvideo Thrillervan Michael Jackson (verkorte versie). Bekijk vooraf of je deze geschikt vindt voor je leerlingen. Lees de tekst van het lied. Bespreek de relatie tussen de tekst van het lied en de muziekvideo.
Bespreek wat er allemaal nodig is om het verhaal van het lied te laten zien in deze muziekvideo. Denk aan:
Hoe is het verhaal opgebouwd, wat is het begin, het midden en het eind?
Welke locaties zijn er gebruikt in de film?
Welke speciale effecten zijn er gebruikt?
Hoeveel mensen zijn er te zien?
Is er ook gesproken tekst of wordt de tekst alleen gezongen?
Hoe belangrijk zijn de kostuums en de grime?
Eventueel laat je ter verdieping de leerlingen nog enige achtergrondinformatie over Michael Jackson bekijken, zoals de Schooltv ‘cliphanger’ Wie was Michael Jackson?
Wat maakt een beweging griezelig? Bekijk nogmaals de (verkorte versie van) de clip Thriller van Michael Jackson.
Bespreek met elkaar de volgende vragen:
Welke bewegingen zijn typische griezelbewegingen en welke dansbewegingen zijn eigenlijk gewone dansbewegingen?
Wanneer je gezichtsuitdrukking, schmink en kostuum wegdenkt: welke dansbewegingen hebben dan nog met het onderwerp ‘griezelen’ te maken?
Wat maakt een dansbeweging griezelig? Wie kan er een griezel-beweging laten zien? Gebruik hierbij de volgende danskaartjes om nog beter te benoemen wat een dansbeweging griezelig maakt. Bijvoorbeeld: sterke bewegingen helpen om iets dreigend te maken.
Alle kaartjes van ‘kracht’: zijn de dansbewegingen hard of zacht, zijn ze slap of sterk?
Kaart nr. 15 en 16 ´tempo´ en ´ritme´: hoe draagt snel bewegen, langzaam bewegen en het gebruik van accenten bij aan het griezelig maken van de dans?
Aan de slag in het speellokaal
Spook- en zombieachtig
Een leiden – volgen opdracht in tweetallen, de leerlingen dansen achter elkaar door het hele speellokaal.
De griezelfiguren in de clip Thriller hebben allemaal iets raars met hun lichaam. Inventariseer verschillende manieren waarop deze wezens bewegen. Bijvoorbeeld:
Slepen met één been.
Je hebt geen botten en daardoor kun je niet stil blijven, je zwalkt en beweegt alle kanten op.
Je trekt met je hoofd en schouders naar elkaar toe, als een soort tic.
Je hebt twee stijve benen en slappe slungelende armen.
Je bovenlichaam hangt schuin naar voren.
Laat de leerlingen in tweetallen achter elkaar gaan staan.
De voorste leerling verzint een manier van verplaatsen, passend bij de griezelige wezens.
De leerling die erachter staat, volgt en doet deze manier zo goed mogelijk na.
Wissel na één minuut, de andere leerling komt nu voorop en verzint een nieuwe manier. Herhaal dit nog drie keer.
De tweetallen kiezen hierna één manier van bewegen, die ze het meest interessant, goed of veelzeggend vinden. Deze laten ze zien aan de rest van de klas.
Een compositie-opdracht, de leerlingen maken in groepjes een korte dans.
Aanleren vanuit een tutorial Leer met de klas enkele dansbewegingen aan uit de videoclip Thriller. Op YouTube staan talloze (Engelstalige) tutorials waarin deze dans wordt uitgelegd.
Er zijn verschillende mogelijkheden, maak een keuze uit de onderstaande opdrachten:
Bekijk de tutorial Performance Club Kids Thriller Instruction Video en laat de leerlingen meteen mee doen. Besteed niet teveel aandacht aan telling en uitvoering, elke leerling danst op eigen niveau.
Laat de leerlingen goed naar de dansbewegingen van de originele clip kijken en daarna in groepjes van drie of vier leerlingen zelf op eigen niveau een korte dans maken, gebaseerd op de originele dans. De dans kan bestaan uit drie of vier verschillende bewegingen die enkele malen herhaald worden.
Een tutorial in delen met een uitgebreide instructie om de dans goed aan te leren. Gebruik hiervoor deze tutorial waarbij telkens één deel van de dans wordt voorgedaan en ingestudeerd. De leerlingen kunnen dan ook een deel aanleren en niet de hele dans.
Verder uitwerken van de dans Laat de leerlingen (enkele van) de volgende danskaartjes gebruiken om hun dans vorm te geven:
Kaartjes 19 en 20: Doen we iets tegelijk of om de beurt?
Kaartjes 27 en 28: Zijn we op één plek of verplaatsen we?
Kaartje 29 : Hoe is onze opstelling?
Kaartje 30: Gebeurt iets als solo, duet of met de hele groep?
De helft van de groepjes gaat de dans presenteren terwijl de andere helft kijkt. Koppel telkens twee groepjes aan elkaar: een dansgroepje en een kijkgroepje.
Het kijkgroepje gaat observeren aan de hand van onderstaande reflectievragen.
Daarna bespreken ze het na met het betreffende dansgroepje en geven ze feedback.
Hierna wordt gewisseld en gaan de groepjes die net gekeken hebben hun dans presenteren.
Reflectie subdoelen
Welke dans vond je het meest griezelig?
Reflectie proces
Hoe vond je het om zelf griezelig te dansen?
5. Opdracht: Letterlijk of figuurlijk?
In deze tweede opdracht onderzoeken de leerlingen het verschil tussen het letterlijk uitbeelden van een tekst in dans of een meer abstracte verbeelding door met dansbeweging een sfeer of gevoel weer te geven. Om dit te kunnen doen, wordt eerst onderzoek gedaan naar waar in de verschillende clips de nadruk ligt: letterlijk of figuurlijk? De leerlingen kiezen daarna of ze een letterlijke of een meer abstracte dans willen maken bij het refrein van het nummer ‘Vluchteling’.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat je met dans de tekst van een liedje letterlijk of figuurlijk (realistisch of abstract) kunt verbeelden.
Subdoel vaardigheid
De leerling verbeeldt een korte liedtekst in bewegingen en kiest daarbij voor een letterlijke of meer abstracte verbeelding.
Bespreek aan de hand van de volgende vragen wat de verschillen zijn tussen de twee filmpjes:
Welke beweging vind je ‘letterlijk’ en welke niet? Kun je een voorbeeld geven?
Wordt er vooral met het hele lichaam bewogen of vooral met lichaamsdelen afzonderlijk?
Welke lichaamsdelen worden het meest gebruikt?
Wordt de beweging wel of niet in het ritme van de muziek uitgevoerd?
Worden bewegingen herhaald?
Bespreek tot slot dat in het eerste filmpje de tekst letterlijk wordt uitgebeeld door een mimespeler. In het tweede filmpje wordt meer gedanst, de teksten worden niet letterlijk uitgebeeld maar laten gevoelens en sferen op een meer abstracte manier zien.
Welk verhaal wordt hier verteld? Bespreek met de leerlingen wat ze denken dat het verhaal is van de videoclip The Greatest en waarom ze dat denken. Komt dat door de dans, de kleding, de gezichtsuitdrukkingen, de tekst van het lied of de melodie?
Denkt iedereen hier ongeveer hetzelfde over of zijn er veel verschillende interpretaties?
Lees eventueel de songtekst van het lied ‘The Greatest’.
Laat de leerlingen in tweetallen of kleine groepjes drie woorden of zinsdelen uit de tekst kiezen en bij elk woord een beweging uit de dans zoeken die ze bij dit woord vinden passen. Drukt de beweging letterlijk het woord uit of geeft de dansbeweging meer de sfeer en het gevoel weer?
Humoristisch of serieus? De letterlijke bewegingen in de eerste clip zijn humoristisch. Dat hoeft natuurlijk niet, zie bijvoorbeeld Love Yourselfvan Justin Bieber.
Kun je verschillen benoemen tussen het eerste fragment van Johann Lipowitz en deze clip?
Aan de slag in de klas of speellokaal
Clip Een vluchteling Bekijk de clip Een vluchteling van Stichting Musicon Producties.
Bespreek de clip aan de hand van onderstaande vragen:
De inhoud van het lied: welk verhaal wordt hier verteld?
Wat denk en voel je als je naar deze clip kijkt?
Welke woorden komen er in je op terwijl je luistert?
Ken je meer muziek die zo’n soort (serieuze) boodschap over wil brengen?
Maak een kort bewegingstukje bij deze clip Geef de leerlingen de opdracht om bij het refrein (zie hieronder) een kort bewegingsstukje te maken, waarbij ze kiezen of ze de tekst letterlijk willen uitbeelden of meer abstract en dansant. Met ´abstract´ wordt bedoeld dat de bewegingen niet precies en letterlijk uitgebeeld worden, maar breder te interpreteren zijn omdat ze verwijzen naar een gevoel, sfeer of idee.
Dit kan in tweetallen of in kleine groepen.
De leerlingen die het refrein ´dansant´ willen verbeelden, kun je de volgende vragen stellen:
Wat is de essentie van het verhaal van het lied? Kun je daar passende bewegingen bij bedenken?
Wat is de sfeer van de muziek? Hoe voer je je dansbewegingen uit om bij die sfeer aan te sluiten? Slap, krachtig, snel, langzaam, strak, vloeiend? Laat ze eventueel enkele danskaartjes uitkiezen die ze bij het nummer vinden passen en deze gebruiken voor hun dans.
Gebruik je ook het ritme van de muziek?
Het refrein Ik moest alles achterlaten En het doet zoveel pijn Ik kan er niet over praten Maar het moet eruit Waarom gaat de oorlog door Waarom word ik niet gehoord Waarom?
In het hele lied wordt het refrein drie keer gezongen.
Deel de klas in tweeën; de ene helft gaat langs de kant zitten als publiek, de andere helft kiest een plek in het speellokaal.
Geef de tweetallen die gaan dansen een nummer 1, 2 of 3. De tweetallen met nummer 1 laten hun dans zien wanneer het refrein voor de eerste keer wordt gezongen, de tweetallen met nr. 2 bij de tweede keer en de tweetallen met nr.3 bij de derde keer.
Wissel daarna om: de leerlingen die gekeken hebben gaan hun dans laten zien, de leerlingen die gedanst hebben gaan kijken.
Reflectie subdoelen
Welke verbeelding die je gezien hebt, paste voor jou het beste bij de liedtekst?
Reflectie proces
Waarom koos jij voor de letterlijke of de meer abstracte verbeelding?
6. Opdracht: Maak je eigen clip
In de laatste opdracht van dit project bedenken en filmen de leerlingen een eigen verhalende muziekclip op een bestaand muzieknummer naar keuze. Er wordt gestart met een terugblik: wat is er in de vorige opdrachten allemaal naar voren gekomen waar nu gebruik van kan worden gemaakt? Wat is de rol van een choreograaf en een regisseur bij het maken van een muziekclip?
Nadat een geschikte muziek is gekozen bedenken de leerlingen een clip, zorgen ze dat alle benodigdheden er zijn, oefenen en nemen ze de clip op. In de eindpresentatie kan voor verschillende manieren van een videorelease gekozen worden zodat de clip zichtbaar wordt voor publiek.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat choreograaf en een regisseur doen.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt in een team een eigen verhalende muziekclip met dans.
Benodigdheden
mobiele telefoons om muziek op te zoeken en een filmopname te maken
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
Terugblik Refereer nog even aan de introductie van het project, bekijk eventueel nog één of enkele clips opnieuw. Laat de leerlingen goed letten op de volgende punten:
Hoe is de afwisseling tussen zingen, acteren en dansen?
Hoe sluit de dans aan bij de inhoud en de sfeer van het muzieknummer?
Hoe is de afwisseling tussen close-ups en overzichtsbeelden van de hele scène?
Fragment met een choreograaf bekijken Bekijk de aflevering van Klokhuis over choreograaf Gerald van Windtdie sterk beïnvloed is door dans uit videoclips. Te zien is hoe hij een choreografie maakt op een muzieknummer: hij gebruikt zowel de muziek als de tekst, soms beeldt hij de tekst letterlijk uit maar hij gebruikt ook pure dansbewegingen. De dansers vertellen hoe hard ze moeten oefenen om de dans onder de knie te krijgen.
Voorbereiden eigen clip Vorm groepjes. Elk groepje kiest op hun mobiele telefoon een muzieknummer uit waarop ze hun clip willen maken.
Ze beluisteren de tekst goed en vertalen deze zo mogelijk of zoeken deze op.
Ze maken een woordwolk over deze clip, waarbij ze woorden of zinsdelen uit de tekst kunnen opschrijven die iets zeggen over de inhoud en de sfeer van het lied.
Associatierondje: de groepjes gaan in een kleine kring zitten en gaan met elkaar allerlei associaties benoemen bij het lied, bijvoorbeeld waar het zich af kan spelen, wat voor personages er in voor kunnen komen, hoe deze mensen gekleed zijn. Stimuleer ze om ruim te denken en vertel dat ze zoveel mogelijk ideeën kunnen verzamelen. Ze schrijven de ideeën op en kunnen daarna weer doorstrepen wat ze niet aanspreekt of wat niet bruikbaar is.
Laat de leerlingen nu keuzes maken wat ze willen overbrengen in hun videoclip en op welke manier. Wordt er alleen in gedanst of ook in geacteerd? Wat is een goede locatie? Zijn er kostuums of grime nodig? Rekwisieten? Etc.
Laat ze een eenvoudige ‘verhaallijn’ afspreken: wat gebeurt er in het begin, wat in het midden en wat aan het eind?
Bedenken van scènes en dans
De leerlingen bespreken met elkaar wat ze allemaal nodig hebben, bijvoorbeeld een choreograaf, regisseur, cameraman, iemand die attributen, aankleding of make-up verzorgt.
De leerlingen kiezen of ze allemaal dansen en acteren of dat ze daar een rolverdeling in maken. Het is ook mogelijk dat één of enkele leerlingen het lied zogenaamd zingen.
De leerlingen bedenken hun korte dans en vullen die eventueel aan met korte scènes. Ze verwerken de sfeer van het verhaal in hun dans. Ze zorgen dat het verhaal van de clip een duidelijk begin, midden en einde heeft.
De leerlingen die regisseur en choreograaf zijn, bekijken telkens de tussentijdse resultaten, geven tips en tops en sturen bij.
Wijs de leerlingen erop dat ze de clip in één take moeten filmen als er niet gemonteerd gaat worden. Als er wel gemonteerd kan worden, gebruik dan een programma als Moviemaker.
Ook is het mogelijk gebruik te maken van app Musical.ly.
Tip: Vraag iemand van school met ervaring hiermee of neem contact op met CultuurSchakel voor ondersteuning bij het filmen.
Filmen Geef de groepjes ruim de tijd om te repeteren. Laat ze alleen filmopnames maken, daarna met elkaar het resultaat bekijken, bespreken of ze wel of niet tevreden zijn met het resultaat en zo nodig opnieuw filmen.
Video release
Bedenk met elkaar een campagne om de nieuwe videoclips onder de aandacht te brengen. Bijvoorbeeld:
Een aantal weken lang één nieuwe release per week op de website van de school.
De video’s worden via snapchat verzonden naar ouders of leerkrachten.
Een gala met veel bezoekers uit andere klassen waarbij de video’s worden getoond op het smartbord.
Een MTV Award waarbij er ook prijzen voor de beste videoclips worden uitgereikt.
Reflectie subdoelen
Hoe is het gelukt om het verhaal duidelijk te maken door dans in jullie muziekclip?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat heb je geleerd over clips wat je eerder niet wist?
Zou je zelf een echte clip willen maken? Waarom wel of niet?
Heb je voor jezelf ontdekt welke rol bij het maken van een muziekclip het meeste bij je past? (Een verhaal bedenken, dansen, filmen, technische kant, kleding en attributen uitkiezen.)
Zijn er soms dansbewegingen of dansen die je niet begrijpt? Wat vind je daarvan?
Wat doe je wanneer een opdracht je niet aanspreekt, hoe ga je daarmee om?
Kijk je nu anders naar videoclips dan je deed vóór dit project?
Is er iets wat je nog meer zou willen doen of leren hierover?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Op welke manier kon jij dansbewegingen het beste gebruiken om een verhaal of sfeer weer te geven?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Welke rol zou je een volgende keer willen spelen bij het maken van een muziekclip?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.