Overal op aarde wordt gedanst en elke cultuur kent eigen dansvormen. Dit project gaat over werelddansen. De leerlingen bekijken filmpjes van dansvormen van Brazilië tot China en van Nederland tot Senegal. Vervolgens oefenen ze met behulp van een danstutorial de dansstijl Bollywood uit India. Ze leren danselementen te combineren en te variëren door de snelheid en volgorde te veranderen. In de tweede opdracht werken de leerlingen aan een dansfeest voor Den Haag waar alle inwoners zich bij thuis voelen. Tot slot mixen ze dansen uit verschillende culturen tot een nieuwe dansvorm. Ze presenteren deze fusiondansen aan elkaar en de beste wordt gekroond tot De Haagse stadsdans.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project Overal op aarde wordt gedanst en elke cultuur kent eigen dansvormen. Dit project gaat over werelddansen. De leerlingen bekijken filmpjes van dansvormen van Brazilië tot China en van Nederland tot Senegal. Vervolgens oefenen ze met behulp van een danstutorial de dansstijl ‘Bollywood’ uit India. Ze leren danselementen te combineren en te variëren door de snelheid en volgorde te veranderen. In de tweede opdracht werken de leerlingen aan een dansfeest voor Den Haag, waar alle inwoners zich bij thuis voelen. Tot slot mixen ze dansen uit verschillende culturen tot een nieuwe dansvorm. Ze presenteren deze fusiondansen aan elkaar en één wordt gekroond tot ‘nieuwe Haagse stadsdans’.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
klaslokaal met smartbord
speellokaal met mogelijkheid muziek af te spelen met goed geluidsniveau
Let op: De opdrachten beschreven in dit project worden deels uitgevoerd in het klaslokaal en deels in het speellokaal. Het bekijken en bespreken van de filmfragmenten gebeurt in het klaslokaal. Voor de actieve dansopdrachten is een speellokaal of gymzaal nodig. Hier dien je muziek te kunnen afspelen met een goed geluidsniveau. Als jouw school geen geluidsapparatuur in de gymzaal heeft, kun je via CultuurSchakel gebruikmaken van een draagbare bluetooth-speaker waarmee je muziek kunt afspelen vanaf een laptop of mobiele telefoon. Wil je hiervan gebruikmaken, neem dan contact op met je cultuurcoach van CultuurSchakel.
2. Introductie
Hoofddoel kennis
De leerling benoemt karakteristieken in houdingen, bewegingen en muziek in dansen uit verschillende landen en culturen.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling kan variaties in volgorde, herhaling en opstelling aanbrengen in bestaande dansen.
Aan de slag in de klas
Doe onderstaande opdrachten of maak een keuze om het project te introduceren:
Filmfragment bekijken Bekijk en bespreek een fragment van het filmpje over de Haagse Culturele Parade Bespreek dit na aan de hand van de volgende vragen:
Uit welke landen heb je mensen gezien?
Was er kleding die je mooi vond?
Heb je ook iets gezien wat je raar vond?
Heb je iets herkend van onze stad?
Waarom zou deze Parade georganiseerd worden?
Hoeveel verschillende nationaliteiten zijn er in Den Haag, denk je? (180)
Muziek, dans en eten Vraag aan de leerlingen of ze een instrument bespelen, een lied of dans kennen of eten kunnen benoemen dat typisch is voor hun eigen of een andere cultuur. Of nodig ouders uit die een instrument bespelen, een dans of lied kennen of kleding hebben vanuit de eigen tradities.
3. Oriëntatie
Benodigdheden
namen van verschillende landen op een A4 voor de opdracht ‘Ren je rot'
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht.
Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Waar zou je liever wonen: in een stad waar alle mensen erg op elkaar lijken of in een stad waar de mensen heel verschillend zijn?
Dansen en zingen mensen het liefste zoals dat bij hun eigen land hoort, denk je?
Dansen mensen in alle landen ongeveer hetzelfde denk je of dansen ze juist overal anders?
Denk je dat er overal in de wereld mensen zijn die van dansen houden?
Bespreek na aan de hand van de vraag: “Zie je kleding en/of dansbewegingen die naar jouw idee specifiek bij een bepaald land of een bepaalde cultuur horen?"
Ren je rot Deze opdracht is gebaseerd op het spel ‘Ren je rot’: een quiz waarbij de deelnemers het antwoord op een vraag geven door naar het bijbehorende vak te rennen. In dit filmpje zijn zes fragmenten te zien van dansen uit verschillende culturen. Na elk fragment verschijnt de vraag: “Uit welk land komt deze dans?” De leerlingen moeten dan snel naar een plek in het lokaal lopen waar het goede antwoord te zien is. Dat kan in de vorm van vellen papier met de namen van de verschillende landen erop verspreid door het lokaal op te hangen. Het gaat om de volgende zes landen: India, Spanje, Nederland, Turkije, China en Suriname. Filmfragment ‘Ren je rot’ Seven Seas Festival en LKCA
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling geeft vorm aan eigen dansen, die gebaseerd zijn op bestaande dansen uit verschillende landen en culturen.
4. Opdracht: Bollywood
In de eerste opdracht van dit project maken de leerlingen kennis met de danser Raoel Mahboeb en Bollywood-dans. Dit doen ze door dansfragmenten te bekijken en zelf een Bollywood-dans aan te leren van een tutorial. Hierna maken ze eigen variaties op deze dans door het toepassen van vormgevingselementen. Hun eigen versies laten ze aan elkaar zien óf ze maken er zelf een tutorial mee.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat een Bollywood-dans is.
Subdoel vaardigheid
De leerling kan variaties op een bestaande dans aanbrengen door veranderingen in volgorde, herhaling en opstelling te maken.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Doorloop de volgende stappen:
Bekijk (een deel van) de Bolllywood-dans in de slotscene van de film Slumdog Millionaire.
Bespreek met de leerlingen wat Bollywood Bollywood komt uit India en is de naam van de Indiase filmindustrie met een knipoog naar het Amerikaanse Hollywood. De Bollywood-films gaan meestal over de liefde en er wordt vaak uitbundig en vrolijk in gedanst en gezongen. De Bollywood-dansen zijn gebaseerd op de traditionele Indiase dansen, vermengd met westerse popdansen (zoals streetdance). Vaak wordt er gezongen en gedanst door een vrouw met een groep vrouwen op de achtergrond en een man met een groep mannen op de achtergrond. De mannen en vrouwen dansen dan om en om.
Aan de slag in het speellokaalDoe onderstaande opdrachten of maak een keuze:
Knippen, plakken & kopiëren
De leerlingen gaan de serie dansbewegingen van de aangeleerde Bollywood-dans in kleine groepjes (twee- of drietallen) bewerken. Dit doen ze met de begrippen ‘knippen, plakken en kopiëren’. Dit houdt in dat ze dansbewegingen:
kunnen herhalen. Je doet een beweging bijvoorbeeld vier keer in plaats van twee keer.
weg kunnen laten. Je doet een beweging helemaal niet of minder.
en/of de volgorde kunnen veranderen: je zet een beweging op een andere plek in.
Laat de leerlingen hiermee experimenteren. Uiteindelijk heeft elk groepje een eigen bewerkte versie van de dans van Raoel gemaakt.
Dansopstellingen
In deze opdracht veranderen de leerlingen de aangeleerde Bollywood-dans door te variëren met opstellingen: hoe sta je ten opzichte van elkaar. Dit doen ze weer in twee-, drie- of viertallen De groepjes bedenken hoe ze bij elk stukje van de dans ten opzichte van elkaar gaan staan: naast elkaar, achter elkaar, tegenover elkaar, dichtbij elkaar, ver uit elkaar, etc. Een groepje van vier kan ook werken met opstellingen als een kring, een rij, een vierkant of ruit. Ze moeten wel bedenken hoe ze van de ene opstelling naar de andere komen, misschien zijn er enkele tussenpassen nodig om van de ene plek naar de andere plek te komen.
Bollywood-compilatie Laat de leerlingen in de groepjes van de vorige opdracht verspreid door het lokaal op de grond zitten.
Spreek een volgorde af waarin de leerlingen hun variatie op de oorspronkelijke dans presenteren.
Laat het eerste groepje klaar gaan staan en zet de muziek aan.
Hierna gaan ze meteen weer zitten en staat het volgende groepje op om hun danscombinatie te laten zien.
Mijn Bollywood-tutorial De leerlingen bedenken een opzet voor een tutorial waarbij ze hun danscombinatie, gemaakt in de vorige opdracht, uitleggen aan anderen. Bespreek aan de hand van de tutorial van Raoel:
Hoe is opbouw in de tutorial, wat doet hij om de dans aan te leren aan een ander?
Hoe doet hij het voor?
Wanneer gebruikt hij wel of geen muziek?
Hoe vaak herhaalt hij? En wat herhaalt hij?
Welke ondersteunende teksten gebruikt hij?
Laat de leerlingen zelf een eenvoudige tutorial maken en opnemen op video.
Reflectie subdoelen
Welke aangebrachte veranderingen in de bestaande Bollywood-dans vind je goed gelukt?
Reflectie proces
Wat vond je leuker om te dansen: de bestaande Bollywood-dans of jullie eigen versie?
5. Opdracht: Dansfeest voor Den Haag
In deze opdracht maken de leerlingen kennis met (volks-)dansen vanuit de verschillende culturen van de inwoners van Den Haag. Op basis van afbeeldingen bedenken de leerlingen houdingen en dansbewegingen. In groepjes maken de leerlingen een eigen dans, gebaseerd op deze traditionele dansvormen. Hiermee wordt een dansfeestje gemaakt waarbij alle inwoners in Den Haag zich welkom zouden voelen.
Subdoel kennis
De leerling benoemt karakteristieke danshoudingen van enkele dansen uit verschillende landen.
Subdoel vaardigheid
De leerling voert een eigen danscombinatie uit, gebaseerd op een traditionele dans uit een specifiek land of cultuur.
Benodigdheden
eventueel extra materialen bij het organiseren van het dansfeest in de presentatiefase
bijlage met afbeeldingen van dansvormen uit verschillende culturen
Aan de slag in het speellokaal
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Inleiding vanuit een verhaal Je kunt deze opdracht starten met een verhaal waarbij je de leerlingen een probleem voorlegt. De burgemeester van Den Haag heeft een vraag! De mensen die in Den Haag wonen, komen uit veel verschillende landen. Zij wil graag een dansfeest organiseren waarbij iedere Haagse inwoner zich welkom voelt. Alleen… de burgemeester heeft geen verstand van dans. Kunnen jullie hierbij helpen? Hoe kunnen we dit aanpakken? Je kunt dit ook overslaan en als inleiding terugblikken op de Haagse Culturele Parade (zie introductie).
Dansafbeeldingen nadoen Een bewegen – stop-opdracht, de leerlingen dansen door het hele speellokaal. Print de afbeeldingen uit van de dansvormen van verschillende culturen die veel in Den Haag voorkomen. Verspreid deze afbeeldingen op de grond door het speellokaal. Leg de opdracht uit en laat het eventueel meteen door één leerling voordoen:
Op de muziek lopen de leerlingen tussen alle afbeeldingen door.
Zodra de muziek stopt, gaan ze naar een afbeelding toe en doen de danshouding van deze afbeelding na. Ze blijven zo stil mogelijk in deze houding staan.
Start de muziek dan gaan de leerlingen weer rondlopen, etc.
N.B. Er kunnen meerdere leerlingen bij dezelfde afbeelding staan. Start de muziek en laat deze telkens ongeveer 30 sec spelen voordat je deze stopt voor het maken van de houdingen.
Een dansbeweging bij elke afbeelding. Een bewegen – stop-opdracht, de leerlingen dansen door het hele speellokaal. Herhaal de vorige opdracht met een kleine variatie:
Muziek aan: rondlopen tussen alle afbeeldingen door.
Muziek uit: bij een afbeelding gaan staan.
Muziek aan: blijf bij de afbeelding en maak i.p.v. een houding nu een beweging die je bij deze afbeelding vindt passen.
Muziek uit: stop met bewegen.
Muziek aan: weer rondlopen. Etc. N.B. Wanneer er meerdere leerlingen bij één afbeelding staan, kunnen ze door goed naar elkaar te kijken gezamenlijk dezelfde beweging uitvoeren.
Dans maken gebaseerd op de dans van een land of cultuur Een compositie-opdracht, de leerlingen maken in groepjes een korte dans.
Doorloop onderstaande stappen:
Laat de leerlingen in groepjes van drie of vier een land of cultuur kiezen dat hen het meest aanspreekt.
Elk groepje krijgt de kaartjes met danshoudingen die bij de dansen van dit land of cultuur horen.
Bespreek kort met de leerlingen de afbeeldingen aan de hand van de danselementen ´tijd, kracht en ruimte´:
Wordt er vooral met de armen of met de benen bewogen? Of allebei evenveel? (lichaam)
Passen er vooral grote of vooral kleine bewegingen bij? (ruimte)
Worden er krachtige dansbewegingen gemaakt of juist lichte? (kracht)
Lage of juist hoge bewegingen? (ruimte)
Wordt er snel bewogen, langzaam, ritmisch, vloeiend? (tijd)
De leerlingen bedenken daarna enkele dansbewegingen passend bij het land dat ze gekozen hebben. Ze kunnen de ideeën uit de vorige opdracht (‘een dansbeweging bij elke afbeelding’) hierbij gebruiken.
Ze kunnen ook nog keuzes maken voor bepaalde opstellingen zoals ze gedaan hebben in de Bollywood-opdracht ‘dansopstellingen’.
Ze maken uiteindelijk een korte dans, gebaseerd op de dansen uit het gekozen land of cultuur. De dans moet herhaalbaar zijn, als de laatste dansbeweging gedanst is beginnen ze weer opnieuw.
Feest in de stad! Een inspringspel, de leerlingen kiezen wanneer ze mee dansen en wanneer ze toeschouwer zijn
Doorloop onderstaande stappen:
Ga met de klas in een grote kring staan of zitten.
Spreek met de leerlingen een volgorde af waarin de groepjes hun dans laten zien.
Het groepje dat aan de beurt is, danst hun dans in het midden van de kring. Ze herhalen hun dans enkele malen.
Wanneer andere leerlingen zich aangesproken voelen door deze dans, gaan ze meedansen in het midden van de kring.
Doe dit tot alle dansen aan de beurt zijn geweest.
Afhankelijk van de mogelijkheden kun je er een feestje van maken met hapjes en drankjes en ouders uitnodigen.
Reflectie subdoelen
In welke dans zag je de karakteristieke danshoudingen nog duidelijk terug?
Reflectie proces
Hoe vond je het om vanuit danshoudingen een eigen dans te bedenken?
6. Opdracht: De Haagse stadsdans
In de laatste opdracht van dit project onderzoeken de leerlingen het begrip ´fusion´ als aanzet tot het maken van een Haagse dans, waar zoveel mogelijk Hagenaren zich in herkennen en aan mee willen doen. De leerlingen gaan in groepjes aan de slag met het maken van deze ‘Haagse stadsdans’, die een combinatie moet worden van traditionele en hedendaagse dansen. Ze gebruiken hierbij alle ervaringen en resultaten uit opdracht 1 en 2. In de laatste presentatiefase van deze opdracht kiezen de leerlingen de beste Haagse stadsdans.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat het begrip ´fusion´ betekent en kan voorbeelden noemen in relatie tot dans.
Subdoel vaardigheid
De leerling mixt verschillende dansvormen tot een korte Haagse stadsdans en maakt daarbij gebruik van de vormgevingselementen herhaling, volgorde en opstelling.
Benodigdheden: n.v.t.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Fusion dans Bespreek met de leerlingen het begrip ‘fusion’: Fusion is het vermengen van culturen en de versmelting van stijlen op het gebied van diverse culturele uitingen zoals koken, muziek en dansen. In dans zijn allerlei combinaties mogelijk, Bollywood is ook fusion door de vermenging van klassieke Indiase dans met streetdance. Bekijk de volgende dansfragmenten:
Het begin van Gumboots (Benoem kort de herkomst van gumboots: een dans van slaven die in Afrika in goudmijnen werkten. Ze mochten niet met elkaar praten en communiceerden daarom met het geluid van hun laarzen.)
Welke overeenkomsten en verschillen zie je tussen de dansen? Welke dans is fusion?
Duh Haagse Kakkeâhr Bekijk het filmpjeDuh Haagse kakkeâhr (De Haagse Kakker) met een stadsdans, gemaakt door de Haagse choreograaf Tom Stuart in het kader van het Holland Dance Festival in 2013. Bespreek na aan de hand van vragen als:
Wat voor mensen doen er allemaal aan de dans mee?
Wat is er Haags aan deze dans?
Zou je dit een fusiondans noemen?
Doe klassikaal enkele dansbewegingen uit het filmpje na.
Kies met elkaar telkens een dansbeweging uit en herhaal deze enkele keren totdat alle leerlingen deze dansbeweging kunnen meedoen.
Ga dan verder met weer een andere beweging uit de dans.
Op deze manier hebben de leerlingen enkele dansbewegingen geoefend die ze kunnen gebruiken bij de volgende opdracht.
Maak een nieuwe Haagse Stadsdans
Een compositie-opdracht, de leerlingen maken in groepjes een korte dans. De leerlingen gaan een nieuwe ‘Haagse stadsdans’ maken waarin heel verschillende bewoners van Den Haag zich kunnen herkennen. Ze doen dit in groepjes van drie of vier leerlingen en in de volgende stappen:
Dans maken
Kies met je groepje enkele dansbewegingen uit de Haagse Kakker-dans. Zet deze achter elkaar. Oefen dit een paar keer zodat jullie het kunnen onthouden.
Bedenk nu welke dansvormen je wilt toevoegen om er een fusiondans van te maken zodat veel mensen in Den Haag zich door deze dans aangesproken voelen.
Mix enkele bewegingen uit de uitgekozen dansvormen door jullie basisdans en oefen dit met elkaar.
N.B. Houd in de gaten dat de dans gemakkelijk aangeleerd moet kunnen worden.
Dans verder uitwerken Laat de leerlingen hun dans eventueel nog verder uitwerken door de twee manieren van vormgeving uit de eerste opdracht toe te passen:
Knippen – plakken – kopiëren: bewegingen kunnen herhaald worden en de volgorde kan veranderd worden.
Dansopstellingen: de leerlingen kiezen bij de verschillende bewegingen of ze naast elkaar staan, achter of tegenover elkaar.
Elkaar feedback geven Laat elk groepje de korte dans aan een ander groepje presenteren en bespreken of de dans nog aanpassing nodig heeft:
Is het nodig iets aan de uitvoering te veranderen?
Wat is er fusion aan de dans? Hoe is de verhouding tussen hedendaagse en traditionele elementen?
Is de dans goed uitvoerbaar?
Muziek: Gebruik hiervoor een muziekkeuze van de leerlingen of het fragment Ndumiso - Mofolo Hall Akulalwa
Doe onderstaande opdrachten of maak een keuze:
Verkiezing van de Haagse Stadsdans Je kunt een jury samenstellen of laat alle leerlingen de jury vormen voor deze verkiezing van de Haagse Stadsdans. Spreek met elkaar de criteria af waarop beoordeeld gaat worden, bijvoorbeeld:
Spreekt deze dans veel verschillende mensen aan, denk je?
Nodigt de dans uit tot meedoen?
Is deze dans goed uitvoerbaar voor veel verschillende mensen?
Elk leerling heeft vijf kaartjes waarop de cijfers 1 tot en met 5 staan. De groepjes presenteren na elkaar hun dans. Hierna steken de overige leerlingen een kaart omhoog met de puntenwaardering die zij willen geven. Alle punten worden opgeteld en de dans met de meeste punten heeft de verkiezing gewonnen.
Zo dansen jullie – zo dansen wij Deze vorm is bedoeld om contact en uitwisseling met leerlingen van een andere school te maken. Maak van het resultaat een filmpje. Vraag je cultuurcoach van CultuurSchakel of een andere school ook een Haagse Stadsdans heeft gemaakt of met een COH-dansproject bezig is. De cultuurcoach kan behulpzaam zijn bij het leggen van een verbinding tussen jouw leerlingen en die van een andere school door een filmpje met elkaar te delen.
Reflectie subdoelen
Welke dansvormen hebben jullie verwerkt in jullie dans waardoor er sprake is van ‘fusion’?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat ben je te weten gekomen over dansen uit verschillende culturen?
Welke opdracht sprak het meeste aan? Kun je uitleggen waarom?
Wat was helemaal nieuw voor je?
Zou je met de uiteindelijke dans op willen treden? Moet daar dan nog iets voor gebeuren?
Zit er een dansvorm tussen waar je nog wel eens meer van zou willen leren? Weet je of je daar na schooltijd les in kunt volgen? Weet je waar je daar informatie over kunt vinden?
Wanneer de burgemeester echt een dansfeest zou organiseren, zou je er dan naartoe gaan? Wie zou je meenemen?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Welke dans paste het beste bij jou?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Wat zou je nog willen toevoegen aan de Haagse stadsdans om het nog meer van jullie allemaal te maken?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.