
Project: De verhalenverteller
Literatuur
Verhalen, Groep 7-8
Verhalen, Groep 7-8
Welkom!
Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken
Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen
Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
Tips en aanbevelingen
Over dit project
De Haagse schrijfster Tonke Dragt is een verhalenverteller pur sang. Ze is weer actueel dankzij de verfilming van haar boek De brief voor de koning voor Netflix. We gebruiken dit als aanleiding om de nieuwsgierigheid van de leerlingen te wekken. De rode draad is inspiratie voor het verzinnen van verhalen. Zo ontdekken de leerlingen wie Tonke Dragt is en waar zij de inspiratie voor haar verhalen vandaan haalt. In 2017 bundelde de hoogbejaarde Tonke Dragt haar korte verhalen in het boek Als de sterren zingen en schreef bij veel verhalen een toelichting. In dit project lichten we een aantal van haar verhalen uit, maar kijken ook naar verhalen in het algemeen en de raamvertelling in het bijzonder. Tot slot en als koppeling met de andere projecten in deze reeks, die vooral over sprookjes gingen, vergelijken we Tonkes verhaal over De bonte fluitspeler met De rattenvanger van Hamelen.
Doelen
Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren
De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Taalonderwijs
Wil je woorden uit dit project koppelen aan taalonderwijs? Raadpleeg dan de begrippenlijst.
Benodigdheden
Bij elke opdracht staat een opsomming van benodigdheden weergegeven.
Hoofddoel kennis | De leerling legt uit dat inspiratie(bronnen) en fantasie helpen bij het verzinnen van verhalen. |
Hoofddoel vaardigheid | De leerling schrijft eigen verhalen geïnspireerd door de vertelwijze van Tonke Dragt. |
Benodigdheden
Aan de slag in de klas
Gedicht
Onzichtbaar
een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint
(Hans en Monique Hagen)
Lees het gedicht voor of vraag of een leerling het wil voordragen voor de klas. Bespreek het na aan de hand van vragen zoals:
Wie is Tonke Dragt?
Benodigdheden
Aan de slag in de klas
Het filosofisch gesprek
Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Hoe kom je erop?
Houdt een klassengesprek over het thema ‘inspiratie’. Waar haalt een schrijver de inspiratie vandaan voor het verzinnen van verhalen? Soms zijn dat gebeurtenissen in hun eigen leven. Zo ook bij Tonke Dragt.
Lees de herinneringen voor die Tonke opschreef in het boek Als de sterren zingen op bladzijde 19-21.
Bespreek dit verhaal aan de hand van onderstaande vragen:
Twee rode tulpen
Vertel dat voor Tonke ook de tuin van haar huis in Den Haag een inspiratiebron vormde voor verhalen. In de bundel staat het verhaal Twee rode tulpen. Lees het verhaal voor of geef het boek door in de klas en laat telkens een leerling een fragment voorlezen.
Bespreek:
Associatieoefening tuinverhaaltje
Succescriterium |
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn: De leerling maakt een boekverslag over een queeste, verzint een verhaal voor een raamvertelling en schrijft een modern sprookje. |
De leerlingen duiken in Tonke Dragts boek De brief voor de koning. Het boek is verkozen tot het beste Nederlandse kinderboek aller tijden. Wereldwijd zijn er meer dan een miljoen exemplaren van verkocht. Het verhaal is tijdloos en heeft Netflix geïnspireerd er een serie van te maken. De leerlingen onderzoeken wat dit boek tot zo’n succes maakt en vergelijken het met andere bekende jeugdboeken.
Subdoel kennis | De leerling legt uit wat het verhaaltype queeste inhoudt. |
Subdoel vaardigheid | De leerling maakt een verslag van een boek over een queeste in een zelfgekozen vorm. |
Benodigdheden
Tips voor de leerkracht
Tip voor in de klas
Maak een hoekje met de boeken, vul het aan gedurende het project.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
De brief voor de koning
Queeste
Bespreek het begrip ‘queeste’.
Tiuri ontpopt zich als een held met een goed hart die dingen doet die eigenlijk boven zijn macht uitstijgen. Door volwassenen te wantrouwen en te vertrouwen op de eigen intuïtie en talenten slaagt hij in zijn bijna onmogelijke opdracht. Vertel dat dit soort boeken met een moeilijk woord een ‘queeste’ wordt genoemd. Denk aan het woord ‘kwestie’ – in dit soort verhalen is er steeds een lastige kwestie, een probleem dat moet worden opgelost.
Wie ben ik?
Laat de leerlingen de naam van een ‘jonge’ held uit een verhaal (uit een boek of film) dat zij kennen, opschrijven op een briefje. Nodig een leerling met zo’n briefje uit voor de klas. De klas mag nu volgens het alom bekende ‘Wie ben ik?-spel’ raden. Er mag alleen geantwoord worden met ja of nee. Zodra de naam geraden is, mag de leerling vertellen over de heldendaden die de hoofdpersoon verrichtte.
Lekker veel Lezen
De manier van presenteren is afhankelijk van de door de leerlingen gekozen verwerkingsmogelijkheden. Maak eventueel een rooster wie er wanneer gaat presenteren.
De lezers hoeven niet het gehele boek uit te hebben gelezen om een passage te kunnen voorlezen en/of erover te vertellen.
De leerlingen die (in kleine groepjes) een filmversie hebben bekeken, kunnen ook een fragment van maximaal twee minuten laten zien bij het verslag dat ze uitbrengen.
Tip: Maak van de collages, gedichten, boekverslagen een boekje.
Terugblik en afsluiting
Reflectie subdoelen |
Welk verslag van een klasgenoot maakte jou het meest nieuwsgierig naar het boek? |
Reflectie proces |
Waarom heb je deze vorm gekozen voor jouw verslag? |
In opdracht 2 staat het verhaal De doos van Ibrahim centraal. Tonke Dragt schreef het met de bedoeling om er een raamvertelling van te maken, maar daar kwam het nooit van. De leerlingen verzinnen nu zelf een verhaal dat past in de raamvertelling en presenteren dit aan de klas.
Subdoel kennis | De leerling legt uit wat een raamvertelling is. |
Subdoel vaardigheid | De leerling verzint een eigen verhaal voor een raamvertelling. |
Benodigdheden
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
De doos van Ibrahim
Lees het verhaal De doos van Ibrahim voor. Vertel dat Tonke Dragt dit verhaal al in 1955 schreef, maar dat het nooit werd gepubliceerd, tot de bundel Als de sterren zingen in 2018 verscheen.
Een raamvertelling als inspiratiebron
De doos van Ibrahim is niet gebaseerd op iets dat Tonke Dragt zelf heeft meegemaakt. Vertel dat het haar bedoeling was om van dit verhaal een raamvertelling te maken (zie haar toelichting op blz. 43). Een raamvertelling is een centraal verhaal van waaruit allerlei andere verhalen ontstaan. Tonke had zelf namelijk het boek Duizend-en-een-nacht gelezen.
Vertel kort over deze inspiratiebron
In het basisverhaal in het boek Duizend-en-een-nacht vertelt de oosterse koning Sjahriaar dat hij door zijn vrouw bedrogen was. Om te zorgen dat dat niet nog een keer gebeurt, besluit hij voortaan elke avond een nieuwe maagd te huwen en haar de volgende ochtend ter dood te brengen. Na enige tijd trouwt hij met Sjeherazade, de dochter van zijn grootvizier. Sjeherazade heeft natuurlijk geen zin om na één dag getrouwd te zijn meteen vermoord te worden en verzint een list. Ze vertelt de koning in de huwelijksnacht een verhaal dat aan het eind van de nacht nog niet af is. Om te weten hoe het afloopt, spaart de koning haar. De volgende nacht komt het vervolg. Als het verhaal uit is, begint Sjeherazade aan een nieuw verhaal. Dit houdt zij 1001 nachten vol en elke nacht wordt afgesloten met een onvoltooid verhaal. Wanneer de verhalen uiteindelijk ten einde zijn, is de koning zo van haar gaan houden, dat hij haar gratie schenkt en ze zijn definitieve vrouw mag worden.
Vertel dat het verhaal over Sjeherazade al heel oud is (al van voor het begin van de christelijke jaartelling), en dat er in de loop der tijd verhalen aan zijn toegevoegd door mensen die het verhaal doorvertelden, zoals deze drie bekende verhalen:
Laat de leerlingen in hun eigen woorden vertellen wat onder een raamvertelling wordt verstaan.
Een Verhalendoos
Zet een doos voor de klas. Vertel dat het jullie verhalendoos wordt. Geef de leerlingen de opdracht een voorwerp van huis mee te nemen. Laat ze een voorwerp kiezen waarvan ze denken dat het een mooi voorwerp voor een verhaal is.
Ibrahim van Bagdad
heeft van alles in een doos:
gekke beestjes,
flessen met geestjes
en een rode roos.
Onze raamvertelling
Associatieoefening
Om de fantasie van de leerlingen op gang te brengen laat je ze eerst associëren over hun voorwerp.
Tips voor de leerlingen:
Laat de leerlingen in stilte hun voorwerp onderzoeken. Laat ze in steekwoorden antwoord geven op de volgende vragen:
Het verhaal bedenken
Ik als Ibrahim
De leerlingen oefenen het vertellen van hun zelfverzonnen verhaal in tweetallen. Ze geven elkaar feedback. Moedig aan om ook thuis te oefenen met het vertellen van het zelfverzonnen verhaal. Hoe kun je zorgen dat de klas ‘aan je lippen hangt’? Spanning en details maken een verhaal bijvoorbeeld leuker om naar te luisteren.
Tip om een verhaal spannend te maken: Maak gebruik van cliffhangers. Tonke Dragt deed dat in de klas om de aandacht erbij te houden.
Extra
Laat de leerlingen een illustratie bij hun verhaal maken zoals Tonke Dragt dat deed bij haar verhaal. Bekijk de illustratie op bladzijde 38. Tonke Dragt tekende met wasco op zwart papier, waarbij ze slim gebruik maakte van de kleur zwart – let bijvoorbeeld op de torenspitsen. Eventueel kunnen de leerlingen dezelfde techniek gebruiken.
Ik vertel
Zet nu de doos op tafel en laat telkens een voorwerp uit de doos ‘trekken’. De leerling die dat voorwerp in de doos heeft gedaan, is aan de beurt om zijn verhaal te vertellen.
Suggesties:
Bespreek de vertellingen van de leerlingen na op voordracht en inhoud.
Reflectie subdoelen |
Waardoor past jouw verhaal goed binnen de raamvertelling? |
Reflectie proces | Wat ontdekte je tijdens de associatieoefeningen dat jou hielp bij het bedenken van je verhaal? |
In opdracht 3 staat het verhaal De bonte fluitspeler van Tonke Dragt centraal. De leerlingen vergelijken het met het oude verhaal over De rattenvanger van Hamelen, dat Tonke gebruikte als inspiratiebron. De leerlingen onderzoeken hoe Tonke er een moderne variant van maakte.
Subdoel kennis | De leerling legt uit dat een oude vertelling inspiratie kan vormen voor een nieuw verhaal. |
Subdoel vaardigheid | De leerling schrijft een eigen verhaal waarin een oplossing wordt gegeven voor een probleem. |
Benodigdheden
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Tonkes tekening
Tonke las als kind een sprookje, maakte een tekening en gebruikte die veel later als inspiratie.
Open de les met het laten zien van Tonkes tekening, die ze maakte toen ze in groep 8 zat (dat heette toen de zesde klas – ze zat in een kamp in door Japan bezet Nederlands-Indië) – bladzijde 332-333 in het boek Als de sterren zingen.
Tip: maak een scan of foto en presenteer groot op het digibord.
Laat de klas reageren op de tekening:
De rattenvanger van Hamelen van de gebroeders Grimm
Vertel dat Tonke haar tekening maakte nadat ze het verhaal over De rattenvanger van Hamelen had gelezen. Vraag wie dit verhaal kent. Laat diegene het verhaal kort vertellen.
Bekijk de
van De rattenvanger van Hamelen.
Laat de leerlingen reageren op het oorspronkelijke verhaal. Welke kernthema’s kunnen ze ontdekken? Begeleid ze om de kernthema’s te onderzoeken:
Suggestie:
Gebruik het werkblad om de verschillen en overeenkomsten met elkaar in kaart te brengen
Tip: Bekijk met elkaar het met een reportage van Kermit de Kikker in Hamelen.
De bonte fluitspeler
Vertel dat Tonke 25 jaar na het lezen van De rattenvanger van Hamelen in dat verhaal inspiratie vond voor een nieuw verhaal en er een eigen versie van schreef: De bonte fluitspeler.
Lees nu de versie van Tonke Dragt voor.
Optie
Kopieer de eerste drie bladzijden van het verhaal (blz. 319, 320 en 321) en laat de leerlingen dit individueel lezen. Zodra ze klaar zijn, schrijven ze in steekwoorden op hoe ze denken dat het verhaal verder gaat. Bespreek wat er is opgeschreven en lees daarna klassikaal het resterende deel van het verhaal voor.
Ik ben de bonte fluitspeler!
In beide verhalen zorgt een persoon ervoor dat iets ergs stopt. In De rattenvanger van Hamelen wordt de rattenplaag verholpen en in De bonte fluitspeler zorgt Tonke ervoor dat de auto’s uit de stad verdwijnen en dat de kinderen stoppen met televisiekijken.
Suggestie:
Laat de leerlingen, voordat ze het verhaal schrijven, eerst een tekening maken als inspiratie. Net zoals Tonke deed.
Ik ben schrijver!
Tonke Dragt laat zich op allerlei manieren inspireren. De leerlingen hebben in dit project een aantal opdrachten uitgevoerd, waarbij ze zich hebben laten inspireren door Tonke Dragt. Laat ze aan het einde van het project hun werk presenteren, zoals Tonke Dragt dit doet in haar bundel Als de sterren zingen.
Opties
Reflectie subdoelen |
Hoe hebben De bonte fluitspeler en De rattenvanger je geholpen bij jouw verhaal? |
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend |
Welke vertelwijze van Tonke Dragt werkte voor jou het beste? |
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend |
Wie of wat geeft jou inspiratie voor het vertellen van nieuwe verhalen? |
CultuurSchakel brengt je verder in kunst en cultuur in Den Haag