Maak een wijkwandeling. Breng de wijk rondom de school in beeld door met de leerlingen een lijst met herkenningspunten samen te stellen en deze te fotograferen. Denk aan winkels, openbare gebouwen, bijzondere bomen en beeldende kunst in de openbare ruimte. Let op: deze herkenningspunten heb je nodig in diverse vervolgopdrachten.
Maak vervolgens een keuze uit onderstaande opdrachten.
De stad in beeld (kringgesprek)
Wat is er bijzonder, belangrijk, opmerkelijk, leuk of gek aan je eigen wijk? Wat weten de leerlingen al en wat kun je op internet vinden? Bespreek hoe de stad geordend is in stadsdelen en wijken. Hoeveel stadsdelen heeft Den Haag en hoe heet de wijk waarin je woont? Staat je huis in dezelfde wijk als de school? Op welke plekken kom je samen om iets te doen met elkaar? Denk aan het parkje, de bibliotheek en het cultuuranker.
Ik loop of fiets naar huis en… (verbeelden en vertellen)
Laat de leerlingen hun ogen sluiten of geef een blinddoek en laat hen zo levendig mogelijk de route vertellen die ze van huis naar school lopen of fietsen. Wat komen ze onderweg tegen? Laat de leerlingen dit eerst voor zichzelf doen en vraag hierna wie van hen dit hardop willen doen.
De route (beeldende opdracht)
Bekijk tekeningen van Jan Rothuizen op internet. De leerlingen tekenen de route van school naar huis met de belangrijkste herkenningspunten. Geef de leerlingen een vel A3-papier. Laat hen eerst in potlood de route schetsen, waarbij ze het hele vel gebruiken. Wijs hen op de verdeling van de herkenningspunten over het vel.
De fantastische wijk (beeldende opdracht)
Laat de leerlingen in groepjes de kaart van hun ideale wijk ontwerpen. Wat zouden ze graag willen zien in de wijk of er kunnen doen? Laat ze ook nieuwe straatnamen verzinnen. Tip: gebruik als inspiratie de boekenserie De waanzinnige boomhut van Andy Griffiths en Terry Denton. Bekijk de trailer en lees eventueel ter informatie dit interview met de schrijver. Laat de leerlingen een stukje wijk verzinnen zoals een nieuwe verdieping in de boomhut.
In mijn fantastische wijk (spelopdracht een vervolg op ‘De fantastische wijk’)
Laat de leerlingen in kleine groepjes zelf een scène bedenken, oefenen en presenteren met als locatie hun zelfverzonnen stukje fantasiewijk. Welke personages wonen hier? Wat gebeurt er in de fantasiewijk?
Kunstenaar in de klas
Nodig een kunstenaar of bekende Hagenaar uit die in de wijk woont. Laat hem vertellen over zijn werk en over de wijk waarin hij woont: waarom is hij hier komen wonen, wat trekt hem aan in de wijk?
Succescriterium |
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling geeft vorm aan theater van de eigen wijk naar aanleiding van zijn onderzoek.
|