Wie naar de wolken kijkt, kan er van alles in zien: een hond of misschien wel een trein. Met vormen kun je een verhaal vertellen. Je kunt een vorm laten verdwijnen en weer tevoorschijn toveren, ernaar speuren en er iets in zien. Zo ontstaat een verhaal. De leerlingen beginnen het project met het associëren bij bestaande kunstwerken. Wat is hier gebeurd? Zit er een verhaal in? Daarna maken ze met papier een fruitstilleven, waaraan ze een grappig detail toevoegen. Vanuit daar gaan ze een stap verder. Met het speelse werk van de kunstenaar Miró als inspiratiebron, maken ze op een groot vel papier een verhaal met symbolen. Tot slot experimenteren de leerlingen met vrije vormen in zand. Wat zien ze allemaal?
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project Wie naar de wolken kijkt, kan er van alles in zien: een hond of misschien wel een trein. Met vormen kun je een verhaal vertellen. Je kunt een vorm laten verdwijnen en weer tevoorschijn toveren, ernaar speuren en er iets in zien. Zo ontstaat een verhaal. De leerlingen beginnen het project met het associëren bij bestaande kunstwerken. Wat is hier gebeurd? Zit er een verhaal in? Daarna maken ze met papier een fruitstilleven, waaraan ze een grappig detail toevoegen. Vanuit daar gaan ze een stap verder. Met het speelse werk van de kunstenaar Miró als inspiratiebron, maken ze op een groot vel papier een verhaal met symbolen. Tot slot experimenteren de leerlingen met vrije vormen in zand. Wat zien ze allemaal?
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
1. Lees en bespreek met elkaar het prentenboek Bootje van Papier van Ermin Wen.
Waar gaat het bootje naar toe? Hoe zien de dieren eruit die ze onderweg tegenkomen? Welke vormen en kleuren zie je? Wat krijgt Yuki van de blauwe vogel en de andere dieren? Hoe zit dat eruit? Wat gebeurt er als het bootje zinkt? Welke kleur heeft de octopus? Hoe komen het meisje en de hond weer thuis?
Hoe zou de krab op de troon zijn gekomen? En waarom?
Doorloop de volgende opdrachten of maak een keuze:
Citroen op papier Vertel dat de kunstschilder Johannes Itten zijn leerlingen een citroen liet eten voordat zij er eentje mochten natekenen. Volgens hem kun je een citroen pas goed tekenen als je weet hoe zuur die smaakt.
Zorg dat je wat citroensap in een kommetje of beker hebt klaarstaan. Geef de leerlingen ieder een wattenstaafje dat ze om beurten in het sap kunnen dopen om te proeven. Bespreek samen de smaak van de citroen.
Leg ook een hele en een doorgesneden citroen neer op enkele tafeltjes, zodat de leerlingen de vrucht goed kunnen zien. Bespreek de vorm van de citroen. Wat zien ze nog meer? Misschien wel de vliesjes of een pit? Tip: Leg uit op welke manieren je allemaal een citroen kunt tekenen: bijvoorbeeld van bovenaf, als dwarsdoorsnede of een partje. Teken eventueel voor op het digibord en haal de voorbeelden vervolgens weer weg.
De leerlingen krijgen een dubbelgevouwen A4-papier. Aan de ene kant tekenen ze de hele citroen en aan de andere kant bijvoorbeeld de gehalveerde citroen. Ze gebruiken hiervoor oliepastel- en wascokrijt. Laat ze goed kijken naar de vorm, kleur en grootte.
Vergelijk de tekeningen klassikaal met elkaar. Lijken de citroenen op elkaar? Wat is er hetzelfde en wat is anders?
Citroenen zie je ook terug in het Pronkstilleven van Adriaen van Utrecht. Wijs de leerlingen hierop. Zien ze de citroenen in zijn werk?
In de wolken Bekijk en bespreek een aantal wolken van kunstenaars:
Gebruik ook beeldmateriaal van echte wolken op internet. Wat zien de leerlingen in de wolken? Misschien wel een leeuw op een fiets? Maak een print van deze wolk en deel uit aan de leerlingen. Hier overheen mogen ze een tekening maken van wat ze in de wolk zien.
Suggestie: De opdracht is eventueel ook in tweetallen uit te voeren op de tablet. Laat de leerlingen om beurten hun idee over de getoonde foto heen tekenen. Maak een foto van de creatie en veeg de tekening weer uit voor de volgende leerling.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling maakt van papier een fruitstilleven, schildert symbolen in de stijl van Miró en maakt een eigen zandtekening.
4. Opdracht: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
Leerlingen onderzoeken bij deze opdracht stillevens in de kunst. Vervolgens maken zij met fruit een klassikaal stilleven. Tot slot werken de leerlingen individueel een stilleven uit met gekleurd papier, waaraan ze een gek of onverwacht element toevoegen.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat een stilleven is.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt van papier een stilleven met fruit en voegt een eigen element toe.
Benodigdheden
variatie aan fruitsoorten*. Neem zelf ook wat minder voor de hand liggend fruit mee, zoals meloen, drakenfruit, cheromiya, ananas, papaja of passievrucht
kleed of doek
stevig vel tekenpapier, A4- of A3-formaat
verschillende kleuren en soorten papier voor het stilleven, zoals vlieger- of vouwpapier
scharen
behanglijm/plakstift
stiften of kleurpotloden
crêpetape/schilderstape (voor het ophangen van de werken)
*Tip: Vraag de leerlingen voorafgaand aan de opdracht om een ( bijzonder) stuk fruit van huis mee te nemen.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Stillevens in de kunst
Bespreek eerst kort met de leerlingen wat een stilleven is.
Bekijk en bespreek een aantal stillevens. Maak een keuze uit onderstaande voorbeelden:
Kies één van de werken uit om samen in een kringgesprek een verhaal mee te maken. Bijvoorbeeld het werk van Paula Modersohn-Becker - Stillleben mit Goldfischglas. Help de leerlingen op weg met een beginzin: “Op een dag sprong het kleinste goudvisje uit de kom. Hij belandde op de tafel en…”. Maak uit de verschillende ideeën van de leerlingen een verhaaltje en schrijf dit op.
Optioneel: Laat de leerlingen (een stilleven) tekenen bij het verhaaltje.
Fruitonderzoek (voorbereiding op stilleven van fruit)
Komt het fruit van dichtbij of ver weg? Waarom denk je dat?
Wat doet die papegaai daar?
Laat de leerlingen het meegenomen fruit op een kleed/doek leggen. Vul eventueel aan met wat bijzondere vruchten (zie ook: benodigdheden).
Wijs een leerling aan die een stuk fruit mag kiezen dat wordt doorgeven in de kring. De leerlingen mogen voelen en ruiken aan het fruit. Vervolgens mag een andere leerling een stuk fruit kiezen en wordt de opdracht herhaald. Stel de volgende vragen:
Hoe heet deze vrucht?
Hoe ruikt het?
Hoe voelt het?
Welke vorm heeft het?
Is dit je lievelingsfruit?
Zie je de ..…(naam vrucht) terug op het schilderij van Frida Kahlo?
Zo ja, lijkt het erop? Wat is er hetzelfde of anders? Tip: Stimuleer bij deze opdracht de woordenschat door het samen benoemen van de grootte, kleur, vorm, textuur etc.
Stilleven van echt fruit maken Voor deze opdracht maken de leerlingen een klassikaal stilleven van echt fruit ter voorbereiding op de uitvoerende opdracht. Ze gebruiken het fruit uit voorgaande opdracht. Zorg voor een grote tafel met een kleed erop. De tafel moet zo hoog zijn dat de leerlingen het stilleven goed kunnen zien.
Verdeel de leerlingen in groepjes van vier tot vijf leerlingen. Leg bij elk groepje vijf stuks fruit op tafel.
Elk groepje bediscussieert welk stuk fruit zij het meest geschikt vindt voor het stilleven en maakt een keuze.
Het geselecteerde stuk fruit van elk groepje wordt samengebracht op de grote tafel. Bespreek klassikaal de keuzes en de motivering.
Zijn de leerlingen tevreden over het stilleven?
Ligt alles goed?
Zijn er veel dezelfde stukken fruit gekozen?
Zo ja, moet er nog een stuk fruit weg en/of een ander stuk fruit bij?
Maak één of meer foto’s van het stilleven uit diverse standpunten voor de presentatie.
Papieren stilleven Naar aanleiding van het klassikale stilleven van echt fruit, maken de leerlingen het stilleven individueel na met gekleurd papier. Leg hiervoor op elk tafeltje een stapeltje met verschillende soorten en kleuren papier, bijvoorbeeld vlieger- of vouwpapier. Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Geef de leerlingen een stevig vel papier; A4- of A3-formaat.
De leerlingen kiezen uit het stapeltje gekleurd papier wat ze nodig hebben voor hun stilleven.
Ze kijken goed naar het stilleven en letten daarbij op de vormen, de kleuren en de grootte van het fruit.
De leerlingen maken een eigen stilleven met het gekleurde papier. Hiervoor knippen of scheuren ze de verschillende ‘fruitvormen’ uit het papier. De formaten en kleuren mogen afwijken van de werkelijkheid. De leerlingen leggen de vormen op het tekenpapier en ze schuiven net zolang tot de compositie naar hun zin is. Het hele vel papier mag gebruikt worden.
Vervolgens plakken ze alle losse vormen vast op het tekenvel. Laat de werkstukken even drogen.
Met stift of kleurpotlood voegen de leerlingen een gek of onverwacht detail toe, bijvoorbeeld een vlinder in de lucht of een strik om een banaan.
Hang de werkstukken en de foto van het echte fruitstilleven op in de klas. Laat de leerlingen raden wat er is toegevoegd aan elk stilleven. Vraag de maker van het werk om een toelichting.
Reflectie subdoelen
Waardoor lijkt jouw stilleven op het echte stilleven?
Reflectie proces
Waarom koos je ervoor om juist dit element toe te voegen aan je stilleven?
5. Opdracht: Miró vertelt het zo
Subdoel kennis
De leerling vertelt over het werk van Miró.
Subdoel vaardigheid
De leerling schildert op een groot vel een eigen verhaal met zelfbedachte symbolen en symbolen van Miró.
Benodigdheden
voor iedere leerling een stapeltje A4- of A5-papier
zwarte stift of zwarte oliepastelkrijt
grote, ronde kwasten/schilderskwasten
schorten
optioneel: bakjes water
zwarte permanente markers
plakkaatverf in de kleuren rood, geel en blauw
grote vellen papier/ grote stukken wit karton
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Kunst van Miró
De kunstenaar Joan Miró gebruikte in zijn (latere) werk vaak dezelfde symbolische figuren, bijvoorbeeld: ‘sterren’, ‘ladders’, ‘vogels’, ‘ogen’ en ‘de zon’.
Bekijk en bespreek het werk van deze kunstenaar. Benoem telkens de basiskleuren en vormen. Bijvoorbeeld:
Kun je goed zien wat Miró schildert, of juist niet? Bij dit werk vind je voorbeelden van onder meer sterren en een ladder.
Kies één van de werken uit om samen een verhaal mee te maken, bijvoorbeeld het werk The Escape Ladder. Help de leerlingen op weg met een beginzin: “Ik klom op de ladder, hoger en hoger en ineens kwam/zag ik…”. (Zie ook Stillevens in de kunst bij het onderzoek uit de eerste opdracht.)
Figuur in vorm
De leerlingen oefenen met het tekenen van de symbolen van Miró op A4- of A5-formaat papier. Dus met: ‘sterren’, ‘ladders’, ‘vogels’, ‘ogen’ en ‘de zon’. Zorg ervoor dat iedere leerling in elk geval 5 velletjes papier heeft. Teken de symbolen eventueel voor op het digibord ter illustratie. Veeg de voorbeelden vervolgens weer uit.
Noem telkens een symbool dat de leerlingen groot tekenen op het vel papier. Ze gebruiken hiervoor zwarte stift of zwarte oliepastelkrijt. Voor elk symbool mogen de leerlingen een nieuw vel papier gebruiken.
Naar aanleiding van het werk van Miró gaan de leerlingen in tweetallen zelf aan de slag. Tip: zorg voor voldoende ruimte aangezien de leerlingen op hele grote vellen papier gaan werken. Bij ruimtegebrek kunnen de leerlingen verdeeld worden en per toerbeurt meedoen.
Werk op de grond De leerlingen gaan aan de hand van de symbolen in tweetallen een werk maken. Ze werken hierbij op de grond.
Verdeel de leerlingen in tweetallen en zorg dat voor ieder tweetal er een groot vel papier/stuk karton klaarligt op de grond.
Leg uit dat de leerlingen één of meerdere symbolen mogen kiezen om te schilderen. Vraag ze om groot te werken. Ter differentiatie: leerlingen die willen, mogen ook zelf een symbool bedenken. Help de leerlingen een handje op weg door wat voorbeelden te noemen: een mond, de maan, een hart, een poppetje, etc.
De tweetallen tekenen met zwarte permanente marker de contouren van hun symbool op het papier/karton. Optioneel mogen er meer (zelfbedachte) symbolen toegevoegd worden, zolang alles maar op het vel papier/stuk karton past.
Vervolgens kiezen de leerlingen per symbool één van de primaire kleuren (rood, geel en blauw) en verven het met grote ronde kwasten in.
Laat de leerlingen een titel bedenken voor hun werk.
Leg de werken neer in de klas en bespreek ze. Kunnen de tweetallen er een verhaaltje bij verzinnen?
Tel samen het aantal symbolen. Wat komt veel terug en wat minder? Lijken de figuren wel of niet op elkaar?
Reflectie subdoelen
Waaraan herken je het werk van Miró in jouw werk?
Reflectie proces
Welk symbool heb je zelfbedacht?
6. Opdracht: Verstoppertje tekenen
Na het zien van pakkende voorbeelden van zandtekeningen, mogen de leerlingen zelf experimenteren met vrije vormen en het afdrukken van materialen in zand. Elke vorm kan het begin van een verhaal zijn. Wat zien ze? Zo kan een veeg de vleugel van een vogel zijn, maar misschien ook wel een golf.
Subdoel kennis
De leerling legt uit met welke technieken en materialen je zandtekeningen kunt maken.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt een eigen zandtekening waarbij de vormen een verhaal vertellen.
Benodigdheden
zand (uit de zandbak, vogelzand, fijn zand of kinetisch zand)
gekleurd zand
afhankelijk van de gekozen uitvoering:
dienbladen
de zandtafel
lichtbak*
de zandbak
voor het tekenen met zand: veertjes, takjes, papieren rietjes, steentjes, doppen, dennenappels, schelpen, een speelgoedauto, plastic harkje en schep, etc.
fotocamera/ mobiele telefoon
crêpetape (voor het ophangen van de foto’s)
*Bekijk hier hoe je een eenvoudige lichtbak maakt.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
Voorbeelden zandkunst Bekijk en bespreek een aantal voorbeelden van zandkunst. Maak een keuze uit onderstaande voorbeelden:
Kies één van de voorbeelden uit om samen een verhaal mee te maken, bijvoorbeeld Bonseki uit Japan. Help de leerlingen op weg met een beginzin: “De maan scheen. Op de rivier voer een bootje. In dat bootje zat een reusachtige…”.
Experimenteren met zand Naar aanleiding van de zandkunstvoorbeelden gaan de leerlingen zelf aan de slag. Tip: Indien nodig bij onvoldoende ruimte of werkplekken, kun je telkens ongeveer zes leerlingen tegelijkertijd aan de opdracht laat werken.
Afhankelijk van de mogelijkheden in je klas, kun je leerlingen op verschillende manieren laten oefenen met het tekenen in zand:
fijn zand op een dienblad (individueel)
bij de zandtafel (in tweetallen)
op een lichtbak* (in tweetallen)
in de zandbak (helft van de groep, in plaats van telkens 6 leerlingen)
*Bekijk hier hoe je een eenvoudige lichtbak maakt.
Laat de leerlingen bij deze opdracht met hun handen werken. Welke vormen kunnen ze bijvoorbeeld creëren met hun vingertoppen en wat gebeurt er als ze hun hele hand gebruiken?
Het onderzoek loopt door in de uitvoering. Vertel dat de leerlingen gaan toveren met zand. Laat eventueel ter inspiratie nog wat van de eerder getoonde voorbeelden van zandkunst zien. Volg nu onderstaande stappen om het project uit te voeren:
De leerlingen gaan verder met het experimenteren van vrije vormen in zand. Afhankelijk van de gekozen uitvoering (dienblad, zandtafel, lichtbak of zandbak) houd je dezelfde werkvorm aan.
Voeg naast het zand ook andere materialen toe die de leerlingen kunnen gebruiken om vormen mee te maken. Met een veertje kunnen de leerlingen in het zand vegen of met een dopje in het zand een afdruk maken. Ook kunnen ze hun werkstuk met bijvoorbeeld steentjes en schelpen versieren. De zandtekeningen kunnen realistisch zijn of abstract. Tip: Geef de leerlingen de uitdaging dat er vijf verschillende vormen in te herkennen zijn.
Als de leerlingen tevreden zijn over hun werk, kun je een foto of filmpje van het eindresultaat maken. Wat vertellen de verschillende tekeningen en vormen? Misschien weten de leerlingen er wel een verhaaltje bij te bedenken. Tip: In het filmpje kun je ook het verhaaltje/de toelichting erbij vastleggen.
Maak een keuze uit onderstaande mogelijkheden om het project te presenteren:
Print de foto’s uit en hang ze op/leg ze neer in de klas. Of toon de gemaakte filmpjes van de werken op het digibord.
Laat de leerlingen hun werk kort toelichten. Vertellen de vormen in hun werk een verhaal? Zo ja, kunnen ze dat toelichten?
Richt samen met de leerlingen een mini-tentoonstelling in met de werken uit de voorgaande opdrachten. Nodig ouders en medeleerlingen uit om te kijken en te luisteren naar alle verhalen.
Tip: Nodig een verhalenverteller (kan ook een ouder of leerkracht van een andere groep zijn) uit, die korte verhalen vertelt bij een aantal van de gemaakte werkstukken.
Reflectie subdoelen
Welke vormen ontstonden vanzelf en pasten perfect bij jouw verhaal?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Welk kunstwerk vond je het meest verrassend?
Welk verhaal vond je het mooiste?
Wat vond je het leukst om mee te werken: papier, verf of zand? Waarom?
Wat wist je nog niet vóór het project en nu wel?
Kun je met vormen een verhaal vertellen?
Bedenk je makkelijker een verhaal bij een schilderij of bij je eigen tekening?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Kon je jouw verhaal het beste vertellen met vormen van papier, verf of zand?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Van welk zelfgemaakt kunstwerk zou je het verhaal verder willen uitwerken?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.